Schriftverklaringen

door Dr. H. F. KOHLBRÜGGE

In leven predikant bij de Nederlands-Gereformeerde Gemeente te Elberfeld

VOORWOORD BIJ DE EERSTE DRUK

"Als er geen profetie is, wordt het volk ontbloot; maar welgelukzalig is hij, die de wet bewaart" (Spr. 29 v. 18).

"Tot de wet en tot de getuigenis! Zo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn dat zij geen dageraad zullen hebben" (Jes. 8:20). Deze twee woorden uit het heilig getuigenis van God zullen eeuwig waar blijven; voor ons tegenwoordig mensengeslacht gelden zij nog evenzeer in al hun kracht als eens voor het volk Israël. Hoe verpletterend is hun waarheid geopenbaard bij de straffen die het uitverkoren volk van God getroffen hebben voor zijn afwijken van de Wet en het Woord van God!

Verschrikkelijke oordelen zijn er over heengegaan, als volk is het vernietigd geworden.

En hoe staat het nu met het volk van Nederland, dat evenals Israël een volk mag heten waaraan God zijn wonderen en weldaden op een overvloedige wijze geschonken heeft? Houdt het vast aan de geboden van God? Op deze vraag behoeven wij geen antwoord te geven, een ieder steekt de hand in de boezem; aan alle zijden is er de lichtzinnigste overtreding, hetzij in de vorm van eigengerechtigheid, hetzij in de vorm van ruwe overtreding.

Dus ook ons allen zal de straf treffen; ook wij zullen ontbloot worden, zo de genade van de Heere ons niet wederom tot Zijn Woord doet terugkeren.

Dat kunnen wij niet uit ons zelf. Hij zorgt er met zijn trouw voor dat Zijn waarheid verkondigd wordt door woord en geschrift van leraars, die Hij, hen door Zijn Geest verlichtende, uitzendt in Zijn naam.

Eén van die getrouwe verkondigers is de zalig ontslapen Dr. H. F. Kohlbrügge geweest, die met alle kracht hem door God geschonken, Nederlands volk wederom tot het Woord van God wilde terugbrengen door hen de gerechtigheid te prediken, die alleen voor God geldt, de gerechtigheid van Jezus Christus.

Onder zijn nagelaten geschriften is zoveel heerlijks en troostrijks te vinden, dat enigen van zijn vrienden meenden die rijke schat niet te mogen terughouden, maar hem in bredere kring bekend te moeten maken, opdat zó de ontslapen Kohlbrügge in de hand van God nog een middel mocht worden om Nederlands volk tot de oude waarheid terug te brengen.

Zij willen hiertoe gaarne, zoveel het hun mogelijk is, iedereen in de gelegenheid stellen; en hopen daarom bij voldoende deelname, ongeveer om de 14 dagen plm. 8 gedrukte bladzijden het licht te doen zien, waarin uit de nagelaten geschriften van Kohlbrügge verklaringen van het Woord van God meegedeeld worden. Zij stellen zich dan voor jaarlijks 25 tot 30 blaadjes uit te geven à 3 cent, zodat dus de kosten niet hoger dan één gulden per jaar zullen zijn. Zoveel als mogelijk is zullen zij trachten aan ieder blaadje een zodanige inhoud te geven, dat het een op zich zelf staand geheel vormt, en toch weer zo zich aan het voorgaande aansluit, dat zij in deeltjes samen gebonden een doorlopend geheel vormen. Van deze wens een wet te maken is hun onmogelijk, daar zij zich moeten beperken bij wat zij hebben. Dat er velen gevonden mochten worden, die tot verspreiding van deze blaadjes willen meewerken, is hun hartewens en hun verzoek aan allen die zich vrienden noemen van onze schrijver. En zo treedt dan in de wereld, gij woord vol troost, vol vermaning en lering, moogt gij niet het licht zien om strijd te wekken en tweedracht, maar moogt gij worden een band der liefde, een troetelkind van velen, die in de verdrukking zitten. Daartoe geve de Heere Zijn zegen.

1 februari 1886.