Het Arminiaanse geraamte

of

de Arminiaan ontzenuwd en ontleed

door William Huntington, s.s.

 

De Redevoering van de Rechter

Rechter. - Heeren van het gezworen gerecht! Gij hebt de aanklacht van de gevangene voor de balie vernomen, en tevens het getuigenis dat deze geestelijke mannen tegen hem hebben ingebracht; ik wend geen meerdere kennis voor dan gij zelf bezit van de rechtvaardige wetten van het hemelse rijk; doch de geest der profeten is aan de profeten onderworpen, daarom verkies ik u om in deze zaak te oordelen; en alzo laat ik de beslissende uitspraak over aan die onfeilbare Geest, die met u is. Gij ziet dat hij aan de zielen van enige duizenden gearbeid heeft, als een begunstiger van, en strijder voor de laaghartigste stervelingen, zoals Kaïn, Judas, Achab, Ezau, Ismaël, enz., en hen gewapend heeft met verontwaardiging tegen degenen, die zich onderwerpen aan de verborgen besluiten des Allerhoogste en strijden voor de uitverkiezing, der bijzondere verzoening, vrije rechtvaardiging door het geloof in een toegerekende gerechtigheid; voor vrede en schuldverzoening door het geloof in Christus zoenoffer; voor volkomen volharding in de beloofde kracht des Heeren, en een veilige aankomst in heerlijkheid, door eeuwige liefde in Christus. Ik zeg, hij heeft zulke gehoorzame onderdanen kinderen des duivels genoemd, en de wetten die zij aankleven een luisteren naar de satan, zeggende dat zulken een bekrompen en afgetrokken geest hebben, en tegengestaan, weersproken, verworpen en uitgestoten worden; en dat zij, die geleerd worden tegen Gods uitverkorenen te strijden het enige volk is dat de Heilige Geest bezit; terwijl de Heilige Geest niet voor de afvalligen strijdt, noch de gehoorzamen verwerpt, maar voorspraak voor de heiligen doet naar de wil van God, niet strijdig met dezelve; Hij leidt in alle waarheid, maar leert niemand dezelve te ontkennen.

Gij hoort ook dat er duizenden door deze gevangene zijn verstrikt, en velen volkomen bedrogen zijn geworden. Maar zal God zich ontfermen over, en strijden voor verraders, wanneer Hij komt om de wereld in rechtvaardigheid te richten? Voorzeker niet; Hij zal lachen in het verderf der bozen, en spotten wanneer hun vrees komt, Spreuk. 1: 26. En ofschoon Christus, als mens, over Jeruzalem weende, natuurlijke genegenheden hebbende gelijk als wij, om onze droefheden te dragen, zo kennen wij Hem echter naar het vlees nu zodanig niet meer, 2 Kor. 5: 16; want als God is Hij met ijver bekleed als met een gewaad; de dag der wraak is in Zijn hart (Jes. 59: 17), en Hij zal de kinderen der dienstbare vrouw in stukken slaan gelijk een pottenbakkers vat. Evenmin zal de Heilige Geest hen begunstigen; want de zodanigen die ijveren voor eigengerechtigheid, zondeloze volmaking, vrije wil, en menselijke kracht zal Hij voorzeker verfoeien. Hij zal niet altijd met zulken twisten, ziende dat zij kinderen des vleses zijn, Gen. 6: 9; evenmin zal deze geest van Algemene Liefde in een van de uitverkoren engelen gevonden worden; zij zeggen: het is tijd om de wereld te oogsten, zij zullen er de sikkel inslaan en het onkruid met blijdschap vergaderen en in busselen samenbinden om te verbranden, gelijk gij leest: niet één heeft zijn zwaard ooit opgestoken, wanneer hij uitgezonden was, om wraak uit te oefenen over de bozen, 2 Sam. 24: 16. Evenmin zal deze geest van Algemene Liefde in een der verlosten des Heeren gevonden worden, zelfs al zijn zij met al de volmaaktheid Gods vervuld en het heerlijk lichaam van Christus gelijkvormig gemaakt. Zij zullen, op die grote dag, tot elke vrijewil drijver zeggen: ziet, deze is de man die God niet stelde tot zijn sterkte, Psalm 52: 9; en tot elke dwaze maagd: ga heen en koop olie voor uzelf, zij zullen lachen om allen die voor eigen rekening begonnen te bouwen, omdat zij niet hadden om te voltooien, Luk. 14: 30. ja zelfs wanneer het beslissend vonnis is uitgesproken, en het onherroepelijk oordeel van miljoenen voor eeuwig vastgesteld, zullen zij er mee instemmen, en het Halleluja toezingen, Openb. 19: 1-4; en als de goddelozen vergaan is er gejuich, Spreuk. 11: 10.

Daarom, heren van het gericht overweeg de zaak goed; neemt in aanmerking hoeveel er bedrogen zijn en geweest zijn; hoedanig zij, die in de verkiezing verzekerd waren, na hun eerste verzekering, voor een tijd aan het wankelen gebracht zijn; hoedanig zij die in vrijheid verkeerden een tijdlang vals gevangen zijn genomen, en de vorstelijke Koningin zelf in het geloof aan de standvastigheid van haar Echtgenoot gewankeld heeft.

Ik ontsla u daarom met deze zwaarwichtige en plechtige last, die door Hem gegeven werd, die nimmer dwaalt. Wanneer de ongerechtigen en de rechtvaardigen samen ten gerichte komen, zult gij de ongerechtigen zijn weg op zijn eigen hoofd geven, maar zult de rechtvaardige rechtvaardigen, gevend hem naar zijn gerechtigheid, 1 Kon. 8.- 32. Verkiest gij uw persoonlijke uitspraken in te brengen, of wenst gij dat een de woordvoerder of voorzitter voor allen zijn zal?

Zij antwoordden: een zal voor allen spreken.

Rechter. Wie zal het woord voor u voeren?

Zij antwoordden: David de boetvaardige.

Rechter. Heren, ik ontsla u en moge Hij die in de vergadering der goden zit met u zijn, ziende dat gij, in deze zaken, in Gods plaats verkeert. Ik zal morgen om twaalf uren op de Rechterstoel gezeten zijn.

Alzo vertrokken de Gezworene van het gericht, teneinde over hun uitspraak te beraadslagen.