Een Verbond met God te maken zo als het is een plicht envoorrecht van Gods kinderen behorende tot het geestelijk leven,en de gesteldheid van de nieuwen mens, is een zaak die van allenti de is bekend in Gods woord, en komt daar in dikwijls voor, 'tzij dat het geschiede van een geheel volk of van, een ziele inhet bijzonder, Exod. 10. zegt ' Mozes, wanneer Israël met Godzoude treden in 't Verbond, indien gij mijn stemme zult horen,zult gij mijn eigendom zijn, en liet volk antwoordde, enzeide, al wat de Heere gesproken heeft zullen wij doen. Datwas de toestemming in het Verbond. Deut. 29. Gij staat hedenom over te gaan in de vloek ol in' het Verbond. 2 Chron. 34.staat van Josua, hij stond en maakte een Verbond voor hetAangezicht des Heeren: Esra 10. in allen deze maken wij een vastverbond,. Josua 23. Daar maakte Israël weer opnieuw een vastVerbond. Ezechiël,16. Ik zwoer U, ik kwam met u in een Verbond,spreekt de Heere. 2 Chron. 15. Zij zwoeren met luider stemme, en29. nu is het in mijn hart een Verbond te maken met de Heere.Nehem. 9: 38. 10: 29. Esra 10. Daar van heb je dat zeggen, Psal.116. Heere ik ben uw knecht uit kracht van des Verbondsinwilliging, en Ps. 119 ik ben u. Dat zeggen van de Bruid, mijn liefsteis mijn, en ik ben zijn. Dat was het dat voorzegd was van dedagen des N. T. Jesaja 44. Deze zal zeggen ik ben des Heeren, hijzal het schrijven en zweren. Jesaja 5 G. A 4, 6 2. 4 9 5. 0,Jesaja 50. Zij zullen de Heere worden toegevoegd met een eeuwigVerbond, Ps. 50 Verzamelt met mijne gunstgenoten die mijn Verbondmaken met offerande.
Dit tot een grond zijnde gelegd dat dit in Gods Woord bekendis, zo ga ik over tot de zaak zelf is.
Het Verbondmaken, zo verre het een ziele als door een nauweband met God verenigt, geschiedt of aan de zijde Gods, of aan dezijde Van zijn volk, God zegt, ik zal een eeuwig Verbond met umaken, de ziele zegt, nu is het in mijn hart een Verbond met deHeere te maken.
God heeft van oude tijden af, met verscheidene personen enover verscheidene zaken zijn Verbond gemaakt, en met haarverbondswijze gehandeld; ook hebben het de gelovige aan hun zijdegedaan, een verbondmaking geschied wederzijds.
Gelijk er nu dikwijls gehandeld wordt van Gods Verbond met demens, zo is 't nu billijk te bezien het Verbond der mensen metGod, hetzij dat geschied van velen te gelijk, of van een ziel inhet bijzonder.
Dewijl de verbondmaking van een ziele met God berust op hetVerbond der genade, en in de verbondmaking Gods met de ziele, zozal ik kort 3 dingen doen.
1. Het Verbond der genade kort bezien. 2, Tonen wat God aanzijne zijde doet als hij het Verbond maakt met de ziele. 3. Danzien de verbondmaking van een ziel met God, waar in die bestaat.
Een Verbond in het gemeen, zegt een overeenkomst van twee, ofmeer, over enige zaken, op zekere voorwaarden waartoe zij zichplichtelijk verbinden.
Het Genadeverbond beschrijf ik te zijn, dat heilig welgeordineerd verdrag, tussen de zalige God en de uitverkorenenzondaar, waar in God aan zijne zijde belooft, genade enheerlijkheid om niet, in Christus, onder beding van geloof enbekering 't welk de H. G. in hem werkt, zo dat hij aan zijnezijde met zijn geheel hart en volgenoegen, toestemming geeft aanal wat de zalige God in dat verbond belooft en eist, het welkehij in 't woord des Evangelies vindende voorgesteld aanneemt, enwaar op hij zich aan God in Christus over geeft, alles zijndegericht tot de vrije en onvergankelijke genade Gods.
Dat Verbond en wel zo als dat wordt voorgesteld in 'tEvangelie der vervulling, berustende op een borg door lijdenvolmaakt, hebbende over zulke een overvloediger klaarheid,meerder loffelijkheid, ruimer uitbreiding wegens de Heidenen dienu ook in 't zelve worden ingelaten, en overvloediger mate, vangeest, tot kennis, heiligheid, troost, blijdschap, vrijmoedigheidheeft veel namen in Gods woord, het wordt genaamd een genadeVerbond, Eph. 1: 5, 6. Een heilig Verbond, Luc. 1. Op datgedachtig ware zijns heiligen Verbonds. Een nieuw Verbond, Jer.31-,-37. een Evangelies en in alles welgeordineerd en bewaardverbond, 2 Sam. 23. een verbond des vredes. Jesaja 54. DesHuwelijks. Hosea 2. Een nieuw verbond. Jes. 61. Ik zal een nieuwverbond met haar maken. Welke reden van benamingen ik nukortheidshalve niet zal melden.
Volgens en naar de inhoud van dit verbond maakt God eenverbond met zijn volk, en met een ziel, hij brengt haar onderdien band des verbonds, om die te bevatten, zo let hoe God indeze making voorkomt, en dan hoe een ziel gesteld is met wie Godhet maakt, en eindelijk de making waar in die bestaat.
God komt in deze verbondmaking voor, te weten, de Vader,dewijl hij het doet in de Borg door de H. Geest, hebbende dezeeigenschappen.
1. Zijnde door de zonde beledigt, dienvolgens heilig en,rechtvaardig.
2. Echter algenoegzaam, niet alleen in en voor 9
zichzelf, maar ook voor de ziel, schoon zondig en allesontberende, om al haar gebrek uit zijn volheid te vervullen.
3. Goed, ontfermende, medelijdend, genadig, barmhartig engroot van goedertierenheid, die rommelende ingewanden vanontferming heeft.
4. Almachtig, niet alleen willende uit zijn algenoegzaamheid,maar ook kunnen wegruimen al die hinderpalen die deonderhandelingen stremmen en beletten zouden.
5. Trouw, en waarachtig, als de God Amen: die niet liegen enkan in 't geen hij belooft.
6. Onveranderlijk, wie het nooit kan berouwen.
7. Heilig en rechtvaardig, die alles wat hij doet in dit gansewerk, doet zeer betamelijk, en redelijk, zodat zijn deugden nietgeschonden worden.
8. Zeer wijs in het uitvinden van het middel der zaligheid,door zo een heiligen en aanbiddelijke weg.
De ziele met wie God zijn verbond ingaat bezit dezeeigenschappen:
Zij is zondig, ellendig, onrein door schuld en smet, zo erfals dadelijke zonden, vertreden in haar bloed, strafwaardig opallerlei wijze, leggende onder Gods toorn, zijnde verplicht omtijdelijk, geestelijke en eeuwige straf te ondergaan, onmachtigom iets te doen tot eigen behoud en redding, onwillig, vijandig,rebellig, tegen God gekant., geen lust hebbende in de kenniszijner wegen" integendeel van God aflopende, zijnaanbiedingen verwerpende, ja, 0 gruwel, in een verbond staandemet de duivel, de wet, de wereld, haar lust, die opvolgende,dienende, echter van, eeuwigheid uitverkoren, opgeschreven tenleven, als vaten der barmhartigheid, diensvolgens aan de Zoongegeven die als de Borg voor haar voldaan heeft, levende onder deruime aanbiedingen en eisen des verbonds in het Evangelies daarGod hem laat nodigen tot zijn gemeenschap door de H. Geest, aanhaar zelfs door middel van het woord ontdekt en bekend gemaakt,van haar ellenden, dood en doemwaardigheid, daar over verlegen,verbrijzeld, beschaamd, verbroken.
Ja ook gewillig gemaakt om haar naar de Middelaar te wenden,en in hem God te nemen tot haar God en deel.
Nu moeten wij de verbondmaking zelfs aan de zijde van de Heereeens beschouwen, die bestaat dan in deze volgende zaken.
1. De Heere God bezittende de genoemde eigenschappen, die biedzich zelven aan door het Evangelie, als genegen en willig omzondaren die zo gesteld zijn als getoond is, zo ellendig, zozondig, zo onmachtig en onwillig in het verbond op en aan tenemen, dat doet hij door zulke en dergelijke teksten, Jes. 27.grimmigheid en is bij mij niet, wie zou mij als een distel ofdoorn in oorlog stellen, dat ik tegen hem zou aanvallen, hijmocht Mijn sterkte aangrijpen om vrede met mij te maken. Goddie maakt bekend in het Evangelie dat hij genadig en barmhartigis, dat hij de dood des zondaars niet begeert, dat hij lust heefttot haar behoudenis, en als zodanig bied hij zich aan de zieleaan.
2. Als de Heere aan zijne zijde het verbond maakt, het bestaathier in: hij lokt ze zeer minzaam en vriendelijk, door hetvoorstellen en aanbieden van alle des verbonds voordelige,beminnelijke en zielsinnemende goederen en gemakkelijkecondities. Gemakkelijk, om dat God belooft die zelfs te zullengeven; want hij zegt, ik zal het doen, ik zal het maken, dan zegtGod: o alle gij dorstige! komt tot de wateren, gij die geengeld hebt, komt en eet Zonder geld, beide wijn en melk. Hoortaandachtig naar mij en eet het goede. Jes. 55: 1. God laathet verbond in zijn beminnelijkheid en heerlijkheid voorstellen,om het hart in te nemen.
3. Hij ruimt uit de weg al dat de toestemming en inwilligingaan de zijde van de ziel hindert, al de hinderpalen en beletselendie haar ophouden Ezech. 20. Ik zal u onder de roede doendoorgaan, en u brengen onder de band des verbonds. Despreekwijze i's ontleend van de lammerkudden die onder de handdes tellers doorgingen" en daar door afgezonderd wierdenvoor de Heere, en dan werd al wat haar hinde en in de weg lag,weggenomen: zo belooft de Heere, ik zal alle de struikelblokkenwegnemen; en dus verdooft het zeggen, mijne zonden zijn tegroot. Jer. 32. Ik zal een eeuwig verbond met haar maken, dat ikvan achter hen niet zal afkeren, en ik zal mijn vrees in haarharte geven dat, zij van achter mij niet zullen afwijken.
4. Dat de Heere een verbond met de ziele maakt bestaat hierin:hij stelt zedoor zijnen Geest in dien staat, dat hij bezit aldatgeen wat tot de toestemming en inwillig behoord, hij werktzulke gestalten in haar, 'als hij bezitten moet om met God eenverbond te maken, en wel dit, hij geeft licht in hare ziele, inhet verstand, om God, zich zelfs, en het verbond, en kennen, zijworden van de kinderen als van de Kerk die van de Heere geleerdzijn, Jes. 54: 13.
Bedaardheid, bedachtzaamheid, dat oude leven buiten God in dezonden dat raakt aan een kant.
Eerbied en diep ontzag voor de Goddelijke hoogheid, Majesteiten heerlijkheid, wie zoude u niet vrezen gij Koning derheidenen want het komt u toe. Jer. 10: 7. God is grotelijksgeducht in de raad der heiligen. Ps. 89. daar bij, hij geeftin de ziele gewilligheid en begeerte om het verbond te omhelzen,zij word van dat gewillige volk, Ps. 110. het hart werd zogebogen, zo genegen, de ziel zegt ook, ik zou wel willen hetverbond omhelzen, de beloften inwilligen, op de eisen Amenzeggen, en mijn toestemming geven.
Welberadenheid., zij gaat de kosten eens overrekenen, eensoverleggen of haar de beloften beminnelijk, de conditiesaannemelijk genoeg zijn; 't geschied niet onbezonnen, maar naarvorig overleg: daar bij, de Heere geeft in die zielgeresolveerdheid om op te staan, zij is bereid naar dat hettoestemming geven, zij heeft daar niet tegen in te brengen, zijis bereid.
Oprechtigheid, zij weet dat God lust heeft tot waarheid in hetbinnenste', 't word zulken harten werk, daar is geen bedrog inhaar, Zij wil ook met God niet bedrieglijk handelen om dat hijhet hart kent.
Zelfverloochening van al dat gene dat de toestemming aan haarzijde zoude hinderen, zo iemand achter mij wil komen, hijverloochene zichzelven. Matth. 16.
Geloof, daar komt in de ziel een sterk, zien, honger en dorstnaar de Heere Jezus, haar oog is op hem gevestigd, zij mint hem,neemt hem aan, schoon nog maar door 't sterk aanbieden, en hopenop, hem, Hos. 2. Ik zal u mij ondertrouwen in geloof.
5. Als de Heere met de ziel een verbond maakt, het bestaathierin, hij stelt de ziele in het dadelijk bezit van de verbondsgoederen, doch bij trappen, en met zeer veel verwisselendegestalten, ik zeg hij zet haar in de verbondsgoederen.
a. Hij word hem tot een God, volgens de belofte, ik zal hemtot een God, zijn, zodat zij God heeft tot haar God en deelin zijn wezen, deugden, personen, alles 't geen God is voor zichzelfs, dat is hij voor, dat is hij naar haar, en tot haren goede.
b. Hij geeft haar deel te hebben aan alle de verbondsgoederen,genade en heerlijkheid, en zo werd zij verlost van zeven kwalendie haar ellendig maken, en hij brengt die tot zeven goederen.
De kwalen daar hij haar van verlost, zijn deze: de zondewegens' schuld, Jer. 31. Ik zal hare ongerechtighedenvergeven, en, haar zonden niet meer gedenken.
De zonde wegens heersende smet. Ezech. 36. Ik zal. mijnwater op u sprengen, en gij zult rein zijn en ik zal u een nieuwhart geven en enen, nieuwen geest in het midden van u. Jer. 32.Ik zal mijne vrees in haar hart geven.
Zijn toorn, Jes. 74. Ik zal niet eeuwig twisten, noch toornbehouden. Hij wendt zijn toorn van haar af.
De vloek daar een zondaar onder legd, die neemt hij weg in deBorg.
De dood en deszelfs vrees zo verre zij een bezoldiging derzonde is, die nare gedachten daar een zondaar mee heen gaat, bijwelke hij beroerd is zo dikwijls hij daar aan denkt.
Hij verlost haar van de duivel, en van zijn heersend geweld,dat hij oefent, dien matigen werd de vangst ontnomen en degevangene des tirans die ontkomen. Jes. 49. van de eeuwigeverdoemenis, Hosea 13. Hij zal haar van het geweld der helleverlossen, ik zal haar bevrijden van het verderf.
De goederen die hij de ziele toebrengt zijn deze: zijn geest, Jes.44. Ik zal mijn Geest op u zaad gieten, vriendschap enverzoening met hem de Bondgod. Hij noemt haar met enen nieuwennaam, vrede van binnen in haar consciëntie, Jes. 3 2. het werkder gerechtigheid zal vrede zijn, heiligmaking, hij legt vanzijne heerlijkheid op haar, en bekleed haar met de klederen desheils, bewaring in, de genadestaat, zo dat bergen Mogen wijken,heuvelen wankelen, maar dat verbond des vredes zal niet wijken.nog wankelen, de eeuwige heerlijkheid en zaligheid eerst voor deziel, en daar naar ook aan 't lichaam in de opstanding tenlaatsten dage, Ps. 48- Deze is onze God eeuwig en altoos hijzal ons geleiden tot de dood toe, zodat God haar is alles inallen, voor tijd en eeuwigheid naar ziel en lichaam.
c. De Heere in de ziel te stellen, in het bezit der verbondsgoederen doet ook dit: hij verwaardigt haar dat zij ook desHeeren zijn, hij formeert ze zich tot een volk, zo dat zij is desHeeren heilige afgezonderde, van de wereld onderscheiden: derechtvaardige is voortreffelijker als zijn naasten, Spreuk.12. zijn eigendom uit en boven alle volkeren, der aarde, zo dathij haar noemt zijn eigen volk aan wie hij lust heeft, zijn rijkdomals, een kostelijk kleinood, als een Koninklijke hoed in zijnhand daar hij mede praalt, de Heere dienende en gehoorzamende,betalende haar geloften, en zijn beeld vertonende en uitdrukkendein zijn wandel, zo dat zij zijn een heilig volk, en van die daarvan gezegd was, die ze zien zullen haar kennen als een zaaddat de Heere gezegend heeft. Jes. 61: 9.
De Heere met de ziel een verbond makende, dat bestaat hier in:hij bewerkt de ziel dat zij met God die zalige in het, verbondtreed, zij geeft de Heere de hand en komt tot zijn heiligdom, bijzegt, nu is het in min hart een verbond te maken met de Heere,Neh..9. in allen dezen maken wij een vast verbond.
7. De Heere laat toe dat zij zich gedragen als die met God in't verbond staan, en die de Heere heeft tot haar vérbondsgod hoedragen zich die?
a. Die ziel zegt nu en dan in het eenzame in haar gebeden, ómijn God! mijn Bondgod! zij krijgt vrijmoedigheid om God de harete noemen' Hosea 2. Ik zal zeggen o' mijn volk! en dat zalzeggen ó mijn God! en Zach. 13. staat van dat derden deeldat God zoude louteren, dat zou zeggen, gij zijt mijn God.
b. Zij maant de Heere op zijn beloften in en op het verbond,gedenkt des woords tot, uwen knecht gesproken op het welk gij mijhebt doen hopen, die is mijn troost in mijn ellende, uwetoezeggingen hebben mij levendig gemaakt.
e. De ziel smeekt om kracht, dat zij zich trouw gedraagt voorGod als een bondgenoot, Ps. 119. Och! dat mijne wegen gerichtwaren om uwe inzettingen te bewaren, daarom bidden. zij datGod haar wil leiden in de weg door zijnen goeden Geest.
d. De ziel grijpt de toestemming aan, bij welke de Heeregezegd heeft, mijn verbond met u zal niet wankelen in eeuwigheid,ik zal u niet verlaten, ik zal u niet laten varen het werk mijnerhanden, daar maakt zij staat op om dat God getrouw is.
Maar gelijk wij tot dus verre zagen het verbond der genade, enwaar in de verbondmaking bestaat, aan de zijde Gods met eenziele, zo' ziet nu ene de verbondmaking van een ziele met dezalige God. Om dit te tonen zal ik deze dingen doen:
1. Een beschrijving geven wat dat het is dat de ziele eenverbond maakt met de Allerhoogste God.
2. Hoe dat een verbondmakende ziele God aanmerkt, en hoe zijhaar zelfs aanmerkt.
3. Waar in dat het bestaat het 'verbond te maken.
4. Dan zal ik wel als een kort formulier noemen wat de zielewel zegt. tot, God.
5. De plechtigheden zijn vanouds gebruikelijk hij het makendes verbonds.
6_De wijze hoe het de ziele doet met God.
7. De bijzondere tijden, wanneer dat het best zou geschieden,aanmerken.
De verbondmaking van een ziele met God beschrijf ik te zijn:
De daad van een uitverkoren vrijgekochte gelovige, waar doorhij op een gezette en statelijke wijze zich aan God verbind, enop die plechtige wijze de Heere belooft dat hij de Heere zaldienen, naar zijn voorschrift, in hope van zijn gunst en genade,vertrouwende, op de Goddelijke beloften, en aanbiedingen inChristus tot ere van God en zijne zaligheid, welke hen hier toedringt en aanzet.
De verbondmakende partijen zijn God en de ziel, die merkt Godaan als goed, als het hoogste goed, in wiens gemeenschap enighaar heil bestaat, en buiten wie zij ellendig is en blijft; zijmerkt God aan, als zich aan haar in het bijzonder aanbiedende,dat eisende, tot alles kracht belovende, en dat dit strekt totzijner ere en glorie, ó zegt de ziele, zal God, de grote God!die mij niet van node heeft, zal bij naar mij omzien, zich totmij wenden, en zoude ik niet gewillig zijn mij aan God aan tegeven?
De ziel merkt haar zelven aan als ellendig, haar oude coursvan leven buiten God moede zijnde, zeer begerig zijnde naargenade en heerlijkheid, om een voorwerp van de Goddelijke liefdete zijn, verplicht om. als een schepsel Gods gebod tegehoorzamen, zijn aanbiedingen te omhelzen (op zijn beloften Amente zeggen, zij maakt het verbond met de Heere aan haar zijde,zeggende, al wat de Heere gesproken heeft zal ik doen, Ex. 19.Zij treed in een verbond. Dit maken aan de zijde van de ziel komtdikwijls voor in Gods woord. Esra 10. in allen deze maken wijeen vast verbond. Joz. 24. Wij zullen de Heer dienen, wij zijngetuigen over ons zelven. 2 Chron. 15. Zij zwoeren methaar ganse hart, 29:, 10. Neh. 9: 38. Jes. 44: 50. Jer. 50:4, 5. 34: 18. Dit verbondmaken aan de zijde van de ziel, bestaat:
1. Het ondersteld een zaligmakend kennen van de Heere,vergezeld met liefde, hoogachting, genoegen, en blijdschap inGod, de ziel is bewust dat het de Heere waardig, ja oneindigwaardig is, en dat in dit te doen haar heil bestaat, daar komteen liefde vlam, een vuur van binnen; ''t hart gaat naar God uit,zij ziet zo veel waardigheid, heerlijkheid, en hart innemendeglans in God, dat zij haar niet kan onttrekken.
2. Het bestaat in een betrekking, herroeping en dadelijkeopzegging van haar consent dat zij ooit door woorden of dadengegeven heeft aan de duivel, wereld en zonde, dat zegt zij op, enhoe 't met berouw en leedwezen zo dwaas is geweest van op dienweg te wandelen, met verfoeiing van haar zelfs, met belijdenis,met tranen en zoeken van verzoening, en vergeving, in 't bloedvan de Middelaar, het smart haar dat zij zo lang geleefd heeftbuiten God, daarom zegt zij nu hare vriendschap op aan de werelden de zonde.
3. Het verbondmaken der ziele met God bestaat in een dadelijkeverlating, en verloochening van al 't geen zij aankleeft uitkracht van haar vorig leven, maar hier resolveert zij voor vijandte verklaren haar eigen verstand, eigen wijsheid, dat zich tegenGod en zijne kennis verheft, dat wil zij gevangen leiden, haarwil, in al 't geen waarin zij strijd tegen de Heere, om zich tegedragen naar 's Heeren wil, beide in doen en in lijden haartegen de wereld en al deszelfs gemakken, vermaak, en voordeel,dat al verloochent zij en verklaart het voor vijand, in zo verrehet strijd en aanloopt tegen het verbond.
In een dadelijk werkzaam eisen en aannemen van de Heere Jezus,en alles, en tot alles waar toe hij van de Vader aan deuitverkorene gegeven is en in het evangelie werd voorgedragen, deverbondmakende ziel die loopt en vliet niet alleen tot de Heere Jezus,maar zij eist hem, neemt hem aan, omhelst hem, door hetgeloof ziende op zijn krachten, sterkte, en alles wat zij doet isin en door hem, hij is haar licht, haar heil, haarsterkte, zij betuigt dat zij hem in alles en tot alles van nodeheeft, zij werpt zich op hem, en kiest hem tot haar, deelen eigendom, om de zijne en hij de hare te zijn.
4. Zij bestaat ook door een overgeving door Christus aan God,door dadelijke inwilliging van de verbondseis zo dat de zieltoestemt, inwilligt, en Amen zegt op al dat gene dat God in het,verbond ontdekt, zij omhelst de condities en beloften door eengelofte te doen aan de Heere, van des Heeren te zijn, in persoonmet ziel en lichaam, vermogens en krachten als een afgezonderdevoor' God, een geconsacreerde, toegewijde aan de Heere, die zijeniglijk verkiest tot haar enig goed, haar een en al verbindendeom voor de Heere te leven in zijn kracht en sterkte, waar op zijstaroogt.
Eindelijk in een berustend vertrouwen op God, zijnaanbiedingen en toezeggingen dat hij haar het nodige zal geven,bekwaam maken om zich als een bondgenoot te gedragen, volvoerenhet werk in haar, haar leidende, bewarende, vertroostende engetrouw make tot de einde dat vertrouwt de ziel aan God toe, enverlaat zich op zijne beloften, en toezeggingen.
Dit verbond maken met God geschied wel op deze en dergelijkewijze, de verbondmakende ziel spreekt God aan, zeggende:
O grote God! Heere van leven en van dood. ik het maaksel vanuw handenwerk make mijn verbond heden gelijk meermalen, zo nuplechtig, en uitgedrukt en statelijk, doe het mij gelukken. indit nu te doen, zo erkend de ziel haar ellende door erf endadelijke zonden', Gods wegen met haar gehouden van haar geboorteaf, zijn weldaden aan haar betoond, wegens geboorte zijnde in zoeen land daar het ligt des Evangelies, is, wegens opvoeding vanzulke ouderen, die de waarheid zuiver belijden, ja ook welbeleeft hebben en daar van haar hebben laten onderwijzen', wegensde middelen, der genade die zo overvloedig zijn geweest, en watdat God gedaan heeft om haar te brengen tot' kennis van haarzelfs, dat liet niet alleen is gebleven bij het horen, maar datGod haar verlichtende pogen des verstands heeft gegeven om haarzelfs te kennen, en de weg ten leven, tot Gods gemeenschap en totJezus Christus, en ook wat hij gedaan heeft aan zijn zijde om hetverbond te maken wegens aanbieding, uitlokking en beloften, enwaar toe zij haar door dit al verplicht vind.
Dewijl zij dan nu uitgedrukt haar verbond maakt, zo zegt zij,Heere ik erken mijn ellende, ja ik volhard in allen opzicht, ingewilligheid om mij ellendige te helpen, uwe aanbiedingen in hetverbond, ook aan mij zo ene gedaan aan te kleven, waardoor gijbetuigt te willen worden mijn God en deel; mijn machteloosheid,en hoge noodzakelijkheid voor wij, om mijn aan u over te geven,en zo bid ik Vader, geeft mij vrijmoedigheid op heden om gewilligAmen op het verbond te zeggen, ik gaf mij aan uw over, ik eis uwegemeenschap, gij zult mijn Bondgod en Vader zijn, en ik de uwe.ó Heere Jezus; Zoon Gods, Middelaar des verbonds, zijt gij demijne, ik neem uw aan tot mijn Heiland en Koning, tot mijnHogepriester en volzalig deel; O God Heilige Geest! vergezeld mijdoor uw vertroosting, bewaring, zijt de mijne met al uwezaligmakende goederen, ik, ik zo een snode in mij zelfs, geef mijover met mijn ganse hart aan u zalige, algenoegzame God, leunendeop uw dierbare en zieluitlokkende en beminnelijke nodigingen,beloften en aanbiedingen, ik aanvaard Jezus, en in hem u o Godtot mijn deel! mij verbindende, en verlovende tot uw dienst, metafzwering en opzegging van mijn vorig leven, die doe ik inoprechtheid, en voor eeuwig rekenende te zijn uw eigendom,biddende dat gij het ratificeert, mij getrouw wil maken, en alsik zondige, dat ik dan in nederigheid voor u mijn feilen belijde,door uw kracht verbetere, gij zijt getuige van dit mijn statelijkplechtig werk. o Alwetende Heere, dat ik het in waarheid meen enniet bedrieglijk met u handele, en zo het niet oprecht is,ontdekt het, ik ben getuige over mijn zelfs, en dit weet ik, jade Engelen die zien uit mijn statelijk werk, en uwe kinderenzullen getuigen zijn, als zij het zullen zien uitblinken in mijngedrag, dit ondertekent zij en schrijft met haar hand, ik ben desHeeren.
Dit zijn dingen die aan een natuurlijk mens wonder vreemdvoorkomen, maar Gods kinderen zijn daar zo vreemd niet van, zijkennen de onderhandeling der zelve met God, 't zij op deze of opene andere wijze naar dat God het heeft bewerkt, want deuitdrukking die, de ziele gebruikt tot God zijn zeer verscheiden:dit verbondmaken der ziel met God, of van een geheel volk,geschiede vanouds met enige plechtigheden.
1. Men schreef het wel in een boek en richtte gedenktekenenop, zo deed Josua Cap. 24. wanneer Israël met God in het verbondtrad.
2. Met uitschudding van de boezem der Priesteren die danzeiden, alzo schudde God uit allen man die dit woord niet zalbevestigen, zo deed Nehemia Cap. 5-13.
3. Met verzegeling, Neh. 9. In allen deze maken wij eenvast verbond, en onze Priesters zullen
het verzegelen:
4. Met gejuich en trompetten, 2 Chron. 15. zij zwoeren deHeere met luider stemme en met Trompetten.
5. Met gestaafde eed, het word genaamd over te gaan in de eeden de vloek, Deut. 29.
6. Met beloften om de gruwelen weg te doen, zo deed het volk,Ezra 9. en 2 Chron. 15.
7. Met luide stem, 2 Chron. 15: 14 ' 15'.
8. Met schrift, dat is een belofte wegens de dagen des N. T.Deze zal zeggen ik ben des Heeren, en gene zal het met zijn handschrijven. Jes. 44: 5.
9. Met bedreiging van de dood aan de overtreders, zo zeiHiskia, die niet trouw zou zijn, zoude uitgeroeid worden, 2Chron. 15: 16.
10. Met het doorsnijden van een dier, een kalf, daar zijtussen de stukken doorgingen, ziet die plechtigheid, Gen. 15: 10,17, 28.
De wijze hoe een ziel in het bijzonder haar verbond maakt metGod, is deze:
't Is hartelijk, zij zweren met haar ganse hart, 't is geenmond of lippen werk, maar in waarheid en oprechtigheid.
Zij doet het zonder uitstel, niet dan en dan zal ik het doen:maar zo haast, en zo dikwijls als God het hart opricht tot zulks.
Onbedwongen, vrijwillig, en met blijdschap, zij ziet zo veelheerlijkheid en waardigheid in God, dat het haar tot blijdschapis.
Wel beraden, naar alle condities wel overwogen te hebben, zijvalt er niet los aan, maar neemt er tijd toe en gaat het eensoverleggen.
In de Borg, door gebruikmaking van hem, en gelovig starogen ophem en zijn kracht.
Zonder de beloften aan Gods zijde te misbruiken, of daaropzorgeloos te zijn, Jer. 32.
Onder Gods alziende oog, in zijn tegenwoordigheid, dat hij hetzie, toetst, beproeve zo er schadelijke wegen zijn die teontdekken.
Standvastig, niet in een subiet voorbijgaande haast, weerovergaande daad: maar standvastig, onbeweeglijk.
Met dikwijls vernieuwing en herhaling, en voor eeuwig in levenen dood.
Zo een verbond nu te maken heeft zijn bijzondere tijden, in 'tgemeen zo moet ik zeggen dat alle tijden moeten waargenomenworden, als God het hart opwekt, geen tijd is hier uitgesloten,echter zo zijn er bijzondere gelegenheden, wanneer dat 'het welbest. te pas komt, en die zijn deze:
1. In de eerste bekering en overgang van de staat der natuurin de staat der genade, wanneer iemand de storm van overtuigingenis doorworstelt, en hij kan komen tot zo een statelijkeverbondmaking, zo ziet 'Men dikwijls dat zulke tot een hoogte vangenade komen, en veel pijlen van de satan werden daar dooruitgeblust, dewijl dat doorgaans aan de ziel klaar blijkt, hijkan dat fundament niet omverstoten tenzij de bestrijdingen hooggaan.
2. Dan moet het ook bijzonder geschieden bij het doen vanbelijdenis tot het Avondmaal, als iemand een lid van de zienlijkeKerke word. o! Dan mocht hij ook met God in een verbond treden.
3. Op Avondmaalsdagen, dat zijn verbondsdagen, opvoorbereidingen, daar mochten de voorbereidingen in bestaan, Godskinderen die doen dit niet genoeg, en van daar is 't datmenigmaal zo veel duisterheid bij haar plaats heeft.
4. Op Biddagen, dan moet het niet alleen geschieden van eengeheel land en volk, maar van een. ziel die God vreest, bijzonderin 't woord zien wij dat het op zo een tijd altijd gedaan werd.
5. Als Gods oordelen dreigen of drukken, of bij zieke dagen,als iemand uit een ziekte komt, wat is er betamelijker als dathij zich weer op nieuw aan God verbind en opdraagt.
Als men in gevaar staat van verleidingen in leer of leven, ofdat God tot lijden roept om der waarheid wil. dat de ziel danhaar verbond maakt en zegt: Heere die valt die val, maar wat mijaangaat ik verbinden mij om getrouw te zijn
Zulk een verbondmaken nu heeft zijn nut en voordeel aan Godszijde, afwending van toren bedreigde oordelen, als het van eenheel volk geschied aan een ziel in 't bijzonder, meerder geeft,voortgang in de genade, weldaden, genade en heerlijkheid aan deziels zijde, een band tussen de Heere, en de ziel vrijmoedigheidvoor de Heere haar Bondgod, en hem te manen op zijn belofte, eensterke verplichting die ons dringt om voor God te leven, om deverzoeken des duivels, wereld en der zonde edelmoedig, te,weigeren en af te slaan.
Zie daar vrienden, iets met de vinger aangeroerd van deverbondmaking met God, ik denk niet dat er iemand is die zoudezeggen, die zake is onnodig, zo geschiedt het niet, ó ja, Godskinderen verstaan het werk, maar in opzicht van natuurlijkemensen weinige, hebben dit verbond gemaakt.
1. Vele kennen het verbond niet, wat, zouden zij maken.
2. Verstaan derhalve de verbondshandel niet tussen God en deziel, zij zijn vreemdelingen van de verbonden der beloften.
3. Vele, 't is gruwelijk om te zeggen, te staan in een verbondmet de wereld, zonde en satan, alsof zij gezworen hadden datnooit te breken.
Zij leven gerust in een uitwendig verbond, door Doop enAvondmaal, behorende tot de uitwendige Kerke, en daar zijn zijmede tevreden.
Maar wat dat iemand ook mocht bezitten en hij blijft buitenhet verbond met God, hij is ellendig. Gij komt laat mij toe datik u eens vrage vrienden, hebt gij ooit een verbond gemaakt metGod, 't zij zo statelijk of op een andere wijze? Want alle Godskinderen komen juist daar niet toe, vraagt dit u zelf eens af.
1. Was ik ooit buiten dit verbond, beide in achting enin gevoelig ondervinding aan mijn ziel, zo dat ik was buiten Goden zijn gemeenschap.
2. Is mijn verloren staat mij op mijn hart gezonken, zodat ikbekommerd, verlegen en gebroken was.
3. Is mij de Heere Jezus de Middelaar des verbonds ontdekt inzijn dierbaarheid, beminnelijkheid en heerlijkheid, als in wiealleen mijn heil gelegen was.
4. Was ik van die noodzakelijkheid van de verbondshandel metGod overtuigd.
5. Kreeg het wel vat op mijn hart, Gods aanbiedingen, zo datik daar niet langer van tussen kon om die te weigeren.
6. Heb ik overwogen de condities, kwamen zij mij aannemelijkvoor.
7. Heb ik ooit onderhandeld, zo ja, deed ik 't in eigenpersoon zelfs, was het hartelijk bedaard, in rijp overleg, zonderuitbeding van een voornemen om trouw te zijn? zo ja, gij zult uverbond met de zonde verbroken hebben, geen leven zoeken in uwplichten om daar in te rusten, condities te maken om uw belofteniet te breken, blijken tonen en bezitten van uw aandeel,heiligheid van de wereld onderscheiden, de Heere dienende,dikwijls uwe overgave vernieuwende, smart over uw ontrouwheid.
Maar wat belet vele dat zij geen verbond maken met God,onkunde en ongeloof, zij weigeren, onttrekken zich, luiheid,uitstel, aardse kommer, bezet met kruis en tegenspoeden in dewereld,. begeerlijkheid en liefde tot de zonde, de condities zijnte hard, men wil er niet aan, en wanen inbeeldingen dat men hetheeft. o! Kon ik u bewegen om een verbond te maken met God,weigert gij dit? gij zijt zonder God, zonder Christus, zonderhoop in de wereld, geen bondeling, zonder en buiten aandeel aande verbondsgoederen, zonder recht tot het Avondmaal hetverbondsteken, onder de eis en vloek van het werkverbond, eeuwigongelukkig en rampzalig, o! dat gij een verbond maakte, en metGod die zalige in onderhandeling kwam. 't Is zeer beminnelijkwegens God die het met u wil maken, wegens de Borg en Middelaardes verbonds, wegens die condities die God beloofd heeft zelfs tezullen werken, daar bij, 't is troostelijk in alle ontmoetingen,wat u bejegent, gij hebt het woord en voorbeelden der heiligendie het deden, gij werd daar toe gebeden van God. zelfs, hij komtu voor, de Heere heeft daar lust aan dat zij het doen, ja deHeere God gaat u zelfs voor, hij maakt het u aan zijn kant. opdat gij het aan uw kant zoudt doen.
Zeg nu niet, 't is te zwaar, ik ben te onwaardig, God is tehoog, de weg is te eng, ik zou doch niet getrouw zijn. ó!. DeHeere wil zelfs al die hinderpalen' wegruimen, hij belooft totalles kracht.
Maar gelovige kinderen Gods, tot u.
1. Vernieuwt dikwijls u gemaakt verbond met de Heere, doorgedurige herhalingen.
2, Pleit op Gods beloften, eed en zijn voorkomend werk aan u,zegt Heere hebt gij het niet belooft, bent gij mij zelf nietvoorgekomen met uw genade.
3. Mijd wettische droefheid, handelt op een Evangelische wijzelangs de weg des verbonds, als gij gezondigd hebt, het is eengenadeverbond.
4. Let nauw hoe God u dan beantwoord van zijne zijde, leeftgij als een bondeling, heilig, Gode waardig, draagt u trouw voorde Heere.
En hebt gij o gelovige ziel een verbond met God gemaakt, weetdat tot u troost', God zal in de Borg u tot zaligheid zijn, hijzal u tot een God zijn, hij zal zelfs zijn u loon en erfgoed, alzijn deugden zullen voor u zijn, hij zal u zijn een zon enschild, zijn oog zal op u zijn in deze wereld, als zijn kleinood.in wie hij lust heeft. Hij zal u verzorgen naar ziel en lichaamvan al het nodige omdat Hij u Herder is, zo zal hij u verschonen,en u niet handelen naar de zonde, in verzoeking zal hij ubewaren, niet zal u van hem scheiden, hij zal altijd zijn eedgedenken, plaats in de Hemel bereiden, en stervende opnemen naarde ziel, en eeuwig u zaligen naar ziel en lichaam, beide naar deopstanding in eeuwige heerlijkheid. Amen het zij zo.