Toen Salomo de tempel bouwde te Jeruzalem werd alles buiten destad in gereedheid gebracht, want daar binnen werd geen,hamerslag gehoord 1 Kon. 6:7. De stenen die moesten dienen totopbouwing van de tempel, moesten uit de grond. worden gegraven,ze lagen zeer diep en wanneer ze boven de grond kwamen, dan zouniemand hebben kunnen denken, dat van die bemorste en hoekigestenen wat sierlijks zou kunnen gemaakt. worden, En toch, dewerkmeester begon, ontdeed zulk een steen van het uitwendige vuilDaarna was het eerste werk er de hoekige, brokken af te houwen,en was dit werk gedaan dan lag daar de steen, in het vierkant,nochtans zeer onmogelijk en allesbehalve geschikt om aan dieprachtige tempel te kunnen dienen. Doch het ruwe gereedschap wordop zijde gelegd en fijner ter hand genomen, en onder de bewerkingbegon er de natuurlijke ruwheid af te gaan; en al gladder engladder werd de steen, totdat er eindelijk zoveel, glans. op lagalsof het een spiegel ware. Met welgevallen beschouwde dewerkmeester toen het voltooide werk. En Salomo, die een bijzonderwelgevallen in die stenen had, in de kleine zowel als in degrote, beschouwde dan zulk een steen aan alle kanten, en vanonder en van boven en aan de zijde weerkaatste het beeld van deKoning als in een spiegel. De steen was gereed en Salomo gelastteaan enige jongelieden met zuivere, onbezoedelde handen om die opte nemen, en te brengen in de koninklijke stad, waar elke steenop zijn eigen plaats kwam aan de tempel, als conform het bestekdoor Salomo van zijn koninklijken vader David ontvangen.
De stenen waren van verschillende grootte, en elk had eensierlijke gedaan te en ene sierlijke plaats, doch de ene steentoch boven de andere uit, hoewel zelfs in het allerkleinstesteentje de wijsheid en bekwaamheid van de Bouwmeester uitblonk.
Zo word de ene steen achter de anderen, gereed zijnde, aan detempel aangebracht, totdat na verloop van jaren. het gehelegebouw gereed was en de sluitsteen er aan werd toegevoegd. Entoen Salomo in de tempel kwam toen werd het ganse huis met deheerlijkheid des Heeren vervu1d. 1 Kon. 8: 11.
Jaren daarna werd dezen kostbaren tempel door de Koning vanBabel, van zijn kostelijkste vaten beroofd en geplunderd. Laterherbouwd en hersteld onder de leiding van Ezra en Nehemia, bleefnochtans de heerlijkheid van de tweeden tempel verre achter bijdie van de eersten door Salomo gebouwd. Echter is aan dientweeden tempel ene eer te beurt gevallen die de eerste nooitheeft gehad.
Salomo, de rijke, wijze en hoogvereerde Koning, die van deHeere zelf de naam ontving van Jedidjah, dat wil zeggen: Godslieveling, was slechts een type of schaduw van Hem, die eenmaalin de tweeden tempel staande uitriep, "meer dan Salomo ishier." Luk.11:31.De zo was de ware Jedidjah, waarvan Salomoin zijn regering en in de bouw van de tempel, en in zijn wijsheidslechts een beeld was, een schaduw in vergelijking, met de zon.
Meer dan Salomo is hier! Ja meer dan alle koningen en vorstenen rijksgroten der aarde. Hij was de Schepper, de God van hemelen aarde, die in het vlees was verschenen en zich bereid hadverklaard om een werk ten uitvoer te brengen, dat in geen engelenveel minder in mensenharten had kunnen opkomen. ziet, Ik kom, inde rolle des boeks is van Mij geschreven, om Uwen wille te doen,o God!" Ps. 40:8. Met deze woorden aanvaardde Hij het bouwenvan een anderen tempel, waarvan het bestek was gemaakt in destilte der eeuwigheid door Zijnen Vader. Een tempel, waarvan Hijzelf de uiterste hoeksteen was. en al de levende stenen. Eentempel zo heerlijk en sierlijk als geen oog ooit had gezien, endie bestemd wat; om tot in eeuwigheid met denzelfden glans teblijven schitteren. In dat. Koninkrijk, dat verre verheven isboven alle koninkrijken en machten en heerschappijen. der aarde,is Hij zelf de regerende Vorst, die al Zijn vijanden aan Zijnvoeten zal onderwerpen.. Hij de. ware Koning van Salem, deVredevorst.
Tot de opbouw van deze heerlijken tempel moest allesdienstbaar worden gemaakt.
Over die opbouw ng willen wij thans het een en ander zeggen,onderzoekende intussen, of ook wij deel en lot hebben aan datheerlijke gebouw.