Onderhandelingentussen de Heere Jezus en de ziel

 

Zoek geenkruis naar eigen verkiezing, maar neem dat op u, hetwelk u deHeere geeft

Morren maakt de vracht niet lichter,
Geloof alleen vermindert haar.
Neem uw kruis op, wat het zijn moog'
God weegt niemands kruis te zwaar.

Gelovige overgave

Lukas 22: 42.

"Vader! of Gij wilde dezen drinkbeker van Mij wegnemen;doch niet Mijn wil maar de Uwe geschiede".

De Heere Jezus spreekt tot de gelovige ziel:

Sommigen begeren in overdreven en vermetele ijver, zwarekruisen, heldhaftige beproevingen, en de kleine zijn hen reeds zozwaar, dat zij er onder zuchten. Anderen verkeren uit overdrevenvreesachtigheid de lichtste last, en offeren niet zich zelve maardatgene wat hun eigenzin, klein geloof en welgemeendheid heningeeft. Zij zijn onbekend met wat Mij behaagt. Mij, de hogeBeschikker der menselijke lotgevallen komt het toe, een iederMijner dienaren zijnen arbeid aan te wijzen, dien hij teverrichten en gedurende de dagen zijne aardsen levens tevervullen heeft. Mij, de liefderijkste Vader, de opperste enverstandigste Medicijnmeester komt het toe, Mijnen gelovigenkinderen voedsel toe te reiken, hen te sterken en te ondersteunenen te bewijzen dat er eeuwige armen onder hen zijn, zodat hunkracht gedurig vernieuwd wordt. Ik bereide hen de artsenij, dievoor hun, kwalen en wonden geschikt is.

Neem dus gehoorzaam, met onderwerping en vertrouwen, in geloofen zonder te onderzoeken of het al of niet voor u geschikt is,.het kruis op dat Ik u geef, want dat is goed en nuttig voor u.Door het kruis dat Ik u op de schouders leg, wil Ik u oefenen ingeduld en lijdzaamheid, uwe getrouwheid beproeven, uwe liefdereinigen, uw hart zuiveren en uw geloof versterken. Zo , enalleen langs dezen weg zult gij genade, zaligheid, heil en zegenontvangen en de hemel voor u geopend zijn.

De gelovige ziel spreekt:

Mijn Jezus! hier ben ik. Neem Gij mijn wil en bereid dien zo,dat ik Uwen wil graag en met vreugde volbrengen. Ja, ik wil datGij wilt, zoals Gij wilt, en zo lang als Gij het wilt.

Nu Jezus! doe met mij naar Uw behagen,
Nu Jezus! wilt Gij mij meer smart doen dragen,
Wel aan mijn Jezus! 't zij zo. Ik ben stil,
Nu Jezus! mij geschiede naar Uw wil.

 

Gij zult uwkruis niet slepen, maar dragen; u het niet schamen, maar veelmeer in roemen.

Wanneer gij voor de last van 't zware kruis nog beeft,
Dat komt, dat uw liefd' nog veel gebrekkigs heeft.

De moed grijpende

Wat brengt het kruis na dezen tijd?
Lust, vreugde, eer en heerlijkheid.

1 Cor. 2: 2.

Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan JezusChristus en dien gekruisigd.

De liefde voelt geen last en 't zwaarste juk wordt zacht!
Uw kruis, Immanuël! heeft mij zulks aangebracht.

De Heere Jezus spreekt:

Geliefde ziel! wat is dat? waarom hebt gij uw gelaat met enensluier bedekt? Schaamt gij u dan om de livrei van uwen Koning tedragen? Kent gij dan niet de onschatbare prijs de verrukkendeschoonheid van Mijn kruis? Dit roemrijke kleinood, dat eeuwigegedenkteken van Mijne macht en liefde. 't Is waar, bij de eerste.ontmoeting zijt gij verschrikt en de aanblik van het kruis stootu terug, maar weet gij dan niet dat alle schatten der Godheiddaarin verborgen zijn? Onder de scherpe doornen van Mijn kruiszijn de zeldzaamste zoetigheden en de menigvuldigste zalvingender liefde verborgen. Het is wel hard voor blode en versaagdezielen, die het niet wagen om zijn schijnbare hardheid teverdragen. Doch luister, mijne ziel! wat uw getrouwe Vriend enLeidsman tot u zegt. Wanneer gij het met gewilligheid en zondermurmurering, ja zonder enig uitbeding op u genomen hebt, danwordt gij, tegelijk met uw kruis van Mij zelf gedragen, dan zultgij zijn zwaarte of bitterheid niet gevoelen, maar er eenonuitputtelijke bron in vinden van vreugde, zegeningen en,vertroostingen en dan wordt u de last des kruises een lust.

Hierop spreekt de gelovige ziel:

O mijn God en Heiland! ik beken aan Uwe voeten dat ikverschrikt voor Uw kruis, daarvan gevloden ben en er voorgesidderd, en aan Uwe genade en kracht getwijfeld heb. Maar komnu slechts allerliefste Heere Jezus! met Uw gezegend kruis enteken mij met het zegel der kinderen Gods! Doe mij het kenmerkvan het kindschap op het voorhoofd dragen, tot roem en eer vanUwen dierbaren Naam! Wees nu en altijd mijn roem, mijn troost enmijne; hope!

Uw wil is nu mijn wille,
'k Zit nu gerust en stille
In rust en veiligheid.
En wat mij eertijds kwelde,
Mijn ziel en lijf ontstelde,
Ben 'k nu voor altoos van bevrijd.

Ja waarlijk, Ik leef nu heden
Gerust en wel tevreden
In een gans and're sfeer.
De jammer is vergeten,
'k Mag hemels manna eten
Van Uw genadetafel, Heer'!

 

Draag uwkruis niet pralenderwijze, maar draag het in eenvoudigheid op deschouders

Bij 't dragen van Mijn kruis, verloochen uwen wil,
En volg Mij met dien last in ootmoed, kalm en stil.

Ootmoedige eenvoud des harten

Joh. 19: 17

En Hij, dragende Zijn kruis, ging uit naar de plaats genaamdHoofdschedelplaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordtGolgotha.

De Heere spreekt:

Mijn zoon, de boze geest, uw vijand is er altijd op uit om ustrikken te leggen, beproevende u daardoor moedeloos enneerslachtig te maken, wanneer Ik u beproevingen opleg. Zie toe,wanneer hij in uwe ziel een zondig gevoel van inbeeldinginblaast, terwijl hij u tot grotere gestrengheid aanzet, dietegen Mijnen wil is en uwe eigenliefde vleidt. Ook wanneer hij utot hoogmoed zoekt aan te porren op het lijden dat gij omMijnenwil dragen moet. Let, lieve ziel! toch op deze gevaarlijkeklip en ontwijk haar; zo niet, dan is uw ondergang nabij.Onderwerp u stil en gelaten aan de beproevingen die Ik op de wegvoor u nodig acht. Vertrouw aan Mij alleen uw zaken, hetzij datIk u lijden, hetzij dat Ik u vreugde toeschik. En wanneer gijheden sterk en vol moed zijt, vrees dan, gij mocht wellichtmorgen onder de last van uw kruis buigen. Verwacht van Mij alleenonveranderlijke trouw en wees verzekerd, dat dan de palm deroverwinning die Ik beloofd heb, u niet ontgaan zal.

De gelovige ziel:

Och Heere! ik hoop het nooit te vergeten dat aan het kruis,dat mij Uwe gerechtigheid verzekert, treurige en verootmoedigendeherinneringen zijn verbonden. Het herinnert mij aan mijn tallozeen ongehoorde verdorvenheden, nalatigheden en ontrouw, die mijmet schaamte bedekken. Het zegt mij dat ik een ondankbaar enstrafwaardig kind, en een rebellerend schepsel, ja dat ik eengrote zondaar ben. Zo is dan mijn begeerte o Heere! dat ik mijnkruis U steeds mag achterna dragen met een verbroken hart en niettwijfelen aan de dierbare beloften, die aan een boetvaardig,berouwhebbend en verootmoedigden zondaar zijn toegezegd.

Mijn ziel! ga dus met blijdschap voort,
Door distel, smaad en lasterwoord.
Uw Heiland, dat zachtmoedig Lam,
Gaat voor, die zelf ter kruisdood kwam.
En is in mij geen moed, geen sterkte en ook geen kracht,
Ik weet dat Zijne kracht in zwakheid wordt volbracht.

 

Ga op dekruisweg niet voor, maar achter Mij

Naar Golgotha de kruisweg te betreden,
Is ijdel zonder Mij, dan wandelt gij alleen.

Gehoorzaam en stil

Matth. 16: 24.

Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf, enneme zijn kruis op en volge Mij.

De Heere spreekt:

Mijn zoon! te grote spoed en overmoed doet niet minder schadeaan uwe ziel als laffe kleinmoedigheid. Mijne genade opent deweg; Mijn woord geleidt en sterkt op de reis. Mijn schild dekt ingevaren. Van dezen weg nu af te gaan is de zegen en vrede teontlopen. Zonder Mijn bevel deze of gene verheven standplaats inte nemen en de verzoeking blindelings tegemoet te gaan, is hetgevaar trotseren en u zelve daardoor ten val brengen. Luisternaar Mijn woord en bevel, en geef acht op Mijne stem. Doet gijdat en wilt gij u daaraan onderwerpen, dan zult gij met wisseschreden voortgaan te midden van al uwe vijanden. Vertrouwtslechts op Mij, en Ik voer u door alle stormen henen, en beschuten bescherm u in de., dagen des gevaars. Ga niet alleen, anderszult gij bij iedere windvlaag staan sidderen als een blad. Ikvraag u, wanneer ik niet bij en met u ben? wiens arm zoude uondersteunen en als gij gevallen zijt weer oprichten?

De zich overgevende ziel:

0 getrouwe, dierbare Jezus! ik wil U in ootmoed volgen. Deroem toch Uwer discipelen is, om U te gehoorzamen en in stilheidachter aan te komen. Mocht ik, wanneer ik U naar de kruisberg magvolgen, verwaardigd worden om over Golgotha en door Gethsemanéheen met U in de hemel te komen, om daar eeuwig met U verenigd tezijn en te blijven. Heere! geleid mij zo, dat de kruisweg hierbeneden mij eenmaal tot U voere.

Och! denk toch veel aan Christus' zin
En vrees zo niet voor tegenheden,
Genade Gods brengt veel gewin
En vaagt de roest der eigenheden.

 

Wanneer gijhet kruis goed zult dragen, dan moet gij recht op Jezus zien

Wilt gij volharden, ziel! al valt de weg u bange,
Zie op Mijn voorbeeld slechts al is 't vaak zuur en lange.

Het zien op Jezus

Die Mij naar waarde beschouwt, die zal heersen en die heerst,zal tot rust komen.

Zolang gij op Jezus zien zult, zult gij Hem liefhebben.

Zolang uw blik op Hem geslagen is, zult gij Hem nawandelen.

Zolang gij op Zijn heilig voorbeeld ziet, zult gij Hemnavolgen.

De Heere spreekt:

Mijn zoon! de weg is smal, het pad is hobbelig, vol doornen endistelen, de gevaren zijn ontelbaar. Zie slechts onafgebroken opMij. Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Bepeins veel wat Ikgedaan, bedenk wat Ik geleden heb, houd u vast aan Mijn kruis enzoenverdienste. Mijn dood, waarmede Ik Mijn loopbaan hier opaarde heb geëindigd, zij uw leven.

Mijne smarten worden uwe genezingen, Mijne zwakte zij uwesterkte, Mijne verdienste uw rijkdom en Mijn geduld enonderwerping uw voorbeeld. Ik ben u op de weg des kruisesvoorgegaan en heb al uwe zwarigheden uit de weg geruimd en heb aluwe angstige bezorgdheid weggenomen en schenk u moed om voort tegaan, terwijl Ik de baan geheel voor u geëffend heb. Volg met alMijne vrienden, Mijn bloedige sporen na, met welke Ik om uwe zielte behouden, de weg heb getekend.

De gelovige ziel spreekt:

Och! mijn lieve Heere Jezus! ik heb zonder U vaak mijn wegwillen opgaan en dan ben ik verdwaald geraakt. Ik wil volgaarnemijne zwakheid en onmacht voor U bekennen. Ik zou graag schredevoor schrede U volgen en nimmer van de weg weer afwijken. In almijne handelingen wil ik er mij in zoeken te oefenen, om hetheilig aandenken van Uw bitter lijden te bewaren en, meterkentenis van Uwen wijzen en heiligen wil, Uwe waarheid. steedsin liefde en gehoorzaamheid betrachten.

Hoe zoet, o Jezus! hoe verrukkend
Zal mij het eenmaal eeuwig zijn,
Wanneer 'k met U vereend mag zijn,
En eeuwig U aan t harte drukkend
Met U, mijn Jezus! eeuwig mijn!
Eeuw in eeuw uit vereend mag zijn!

 

Men moet zijnkruis dagelijks opnemen zonder te vertragen

Volg Mij, en wordt niet mat bij 't lijden dezer aard;
Ik tel uw tranen reeds, die 'k in Mijn fles vergaard .

Volharding

Ik ben de Heere, die u in dit tranendal ondersteunt enversterkt

De Heere spreekt:

Mijn zoon, hij is niet waardig Mijn discipel en leerjongen tezijn, die zich door herhaalde beproevingen laat ontmoedigen, diede weg te lang vindt en rust hebben wil, eer dat het doel bereikten hij met zijn dagwerk ten einde is. Daarom houd bij het opgaander zon uw kruis voor ogen en iedere dag zal genoeg hebben aanzijn eigen kwaad.

Velen zijn moede geworden op de lijdensweg; velen zijn er die,nadat ze in de beginne zich ootmoedig onder Mijn kruis schenen tebuigen, teruggeschrikt en de stille beproevingen ontweken zijn,die nochtans ieder ogenblik terugkeren, om Mijn getrouwe dienaarste oefenen en hun de kroon der overwinning te verzekeren.Intussen, hij zal zeker gered worden, die volharden zal tot deeinden.

Dus moedig voorwaarts, mijn kind! Voorwaarts; vervolg uwen wegzonder om te zien; slechts moedig voorwaarts, voorwaarts metliefde. Laat u heden kruisigen, zo leeft gij morgen; alleen dekruisdood kan u ten leven brengen. Vrees niet voor de dag vanmorgen, maar ga dien getroost tegemoet, want de morgen zal voorhet zijne zorgen, Weet gij dan niet, dat Ik Mijn jongeren geenlasten te dragen geef, die hun krachten te boven gaan?

De oprechte ziel spreekt:

O Heere! ik wil op U vertrouwen en iederen morgen bij hetontwaken mijn kruis op mij nemen. Ik wil het als een zegel opmijn hart leggen en er mij aan verkwikken. En in mijne zwakkeogenblikken wil ik tot u vluchten in het gebed en mij het woorddes Apostels herinneren: niet dat ik iets weet of ken uit mijzelve, maar ik vermag alle dingen door Christus die mij krachtgeeft:

Met mijn Jezus 't kruis te dragen,
Kinderlijk op Hem 't te wagen,
Hem te lieven vast en rein,
Moet des Christens blijdschap zijn.

 

Men zal zijnkruis niet achter zich aan slepen of verkleinen

Ik woog uw kruis, die u ten kruisweg bracht.
Mij komt het toe te schikken uwe vracht.
En of gij al beproeft een stukje er af te zagen,
Het is vergeefs, wat Ik u opleg moet gij dragen.

Geduld

Wanneer gij het ene kruis van u afwerpt, dan zult gij gewiseen ander vinden.

Hebr. 10: 36.

Want gij hebt lijdzaamheid van node; opdat gij de wille Godsgedaan hebbende, de beloftenis moogt wegdragen.

De Heere spreekt:

Mijn zoon, het is een ijdele inspanning en nutteloze poging,ja ene strafbare aanmatiging, het kruis te verkleinen, welkerlengte Ik voor u bestemd, welker grootte Ik voor u heb afgemeten.Geen hand dan de Mijne kan het verlichten of verminderen. Gijvermoeit u tevergeefs om het te veranderen of minder zwaar temaken. Gij zoekt vergeefs bij zwakke, onmachtige Schepselen enigeverlichting van uw last. Hoe meer gij uwe smart zoekt teontvluchten, zoveel te meer zal zij u vervolgen. Hoe meer gij uwlijden zoekt te verminderen, zoveel te meer zal de droefenis overu komen. Verlaat u op Mij, Ik weet het beste hoeveel gij dragenkunt en geef u kracht naar kruis. Wilt gij het gezegende middelvinden voor uwe vlijmende smarten, die u zo ter neder drukken?Welnu, hef dan uwe ogen omhoog, en zie, Mijne armen zijn voor ugeopend, kom en zoek daarin rust, troost en vrede, en richt weerop de trage handen en de slappe knieën.

De ziel spreekt:

Mijn Heere en mijn God ik beken het tot mijn schande, ik hebdikwijls mijn kruis willen verkleinen en verminderen. Debeproevingen, die Uwe hand mij toezond, waren mij dikwijlsonwelkom en te zwaar. Ik heb op andere plaatsen, in stede bij U,verlichting zoeken te vinden voor mijne smarten. Een treurigeervaring brengt mij weer aan Uwe voeten en zegt mij dat ik mijnezuchten en klachten alleen bij U heb te brengen, wier bitterheidniemand dan Gij alleen kunt bekennen. Jezus, mijn Meester!ontferm U mijner! Jezus, mijn Heiland! verhoor mij!

'k Kniel aan Jezus voeten neder Met die grote zondares;
'k Ween en zucht en kus Hem teder
Met verbroken hart en zin.
'k Zal als Jezus liefde stelen
Dat Hij mij Zijn gunst meêdele.

 

Bemoedig ubij het aandenken aan de laatste dingen

Als gij eind lijk dan zult sterven
Wilt dan toch verzekerd zijn,
Dat gij 't hemelrijk zult erven,
Eeuwig vrij en zalig zijn.
Zalig, die in d' eeuw'gen Raad
Als Gods kind geschreven staat.

Levend geloof

Als hier alles vergaat, zal nochtans de onverwelkelijke kroonblijven.

Hebr. 11: 1.

Het geloof is een vaste grond der dingen die men hoopt, en eenbewijs der zaken die men niet ziet.

De Heere spreekt:

Mijn lieve Christen! zal dan dit lijden, deze droefenis enzware beproeving onafgebroken duren? Zal het leed waaronder uwarm hart zo zucht, niet ophouden? De dood toch maakt aan deonzinnige vreugde der bozen en aan alle dwaasheid der mensen eeneinde, zou dan de dood ook geen einde maken aan de tranen en desmarten van Mijn dienaars en vrienden? Laat dus, bij deherinnering aan de laatste dingen, de zoete straal der hope inuwe matte ziel dringen. Wanneer de dood u van smart en kommer,van jammer en ellende losmaakt en bevrijdt, dan zult gij ditkruis, dat u na zo treurig schijnt, zegenen; het zal uw roem entriomf zijn, en gij zult wanneer Ik ten gerichte kom, het metblijdschap vertonen. Hoe zoudt gij, steunende op Mijn kruis,veroordeeld worden? Is het niet het teken en zeker onderpand vanvolkomen vergeving? Is niet voor Mijn vrienden Mijn kruis eenverberging en veilige schuilplaats geworden? Zou dan de hemelvoor de zodanigen gesloten zijn, die op aarde het kruis tot hunbanier en tot hun dagelijkse pleitgrond hebben gesteld?

De ziel spreekt:

Mijn Heere en mijn God! het is waar, dat is zo menigmaal deoorzaak van mijn lijden, dat ik Uwe beloften zo weinig vertrouwen dat ik ze zo dikwijls vergeet. De blik op het zalige lot datmij te wachten staat, het aandenken aan het zeker naderendeeinde, het. bewustzijn dat mijne smarten in eeuwige vreugdezullen verwisseld worden, moest genoegzaam zijn om elke zware.last mij ligt te maken. 0 dood! o oordeel! o eeuwigheid! droogmijne tranen, vernieuw mijn moed en leer mij het kruis te dragenen te dulden.

Zonder sterven niet ten leven,
Zonder lijden niet ter dood,
Als gij 't lijden wilt weerstreven
Brengt g' u in veel groter nood.

Daarom moed gevat, mijne ziel! het, hoofd omhoog, het kruis opde schouders en blijmoedig voorwaarts, zingende met heldere stemhet bekende pelgrimslied:

Dit land, dat zal de rust niet zijn,
't Is vol van doods schimmen,
Ik zal uit deze rampwoestijn
Dan vrolijk opwaarts klimmen.
'k Stap met mijn kruis
Al zachtjes zo naar huis,
Naar onbewolkte kimmen.

Ik zal op Mesechs grondgebied
Niet eeuwigdurend wonen.
Daar zingt men de triomfzang niet
Op blijde hemel tonen.
'k Stap met mijn kruis
Al zoetjens zo naar huis,
'k Hijg naar de Troon der tronen.

 

Laat ubemoedigen bij het aandenken aan de hemel

Die hier lijdt en verdraagt
Wie de Heere behaagt,
Die scheidt hier weldra
En de kroon volgt er na.

Het lijden van de tegenwoordige tijd is niet te waarderen bijde heerlijkheid die hen daar boven wacht, die door het geloof degoede strijd hebben gestreden.

Rom. 5:3-5.

Maar wij roemen ook in de verdrukkingen, wetende dat deverdrukking lijdzaamheid werkt, en de lijdzaamheid bevinding, ende bevinding hope, en de hope beschaamt niet.

De Heere spreekt:

Mijn zoon , voor wien is de kroon daarboven bereid? Voor wiende eeuwige Sabbath, voor wien de scepter des koninkrijks en voorwien de hemel? Is het voor de gelukkigen, en de rijken dezerwereld, die de Mammon dienen en in aardse wellus ten verzonkenzijn? Deze toch hebben hunnen loon weg.

Mijn koninkrijk zal het erfdeel zijn van mijn getrouwe enmoedige zielen , die niet geweigerd hebben om de smart en hetlijden dezes levens op zich te nemen, die Mij in stilheid enlijdzaamheid volgen en hoewel met betraande wangen nochtans metvast en tred Mij achterna wandelen, hoe ook hun pad metwederwaardigheden is omgeven. Voor dezen strijd van weinigedagen, voor dit snel voorbijgaand lijden, voor deze korteontberingen zijn u eeuwige vreugde en zaligheid verzekerd.

Daarom moed gevat! het kruis is u een zeker onderpand van uwheerlijke overwinning.

Nog enige zuchten, nog enige smarten, nog enige opoffering,nog een korten tijd van lijden en onrust, en gij zult een schonedag zien aanlichten, die zijns gelijke nooit heeft gehad, degrote dag der eeuwigheid, die rijkelijk uw moeite betalen en uwetrouw belonen zal.

De ziel spreekt:

O zalige hemel van jubel en prijs, is het dan te, veel,wanneer men een ogenblik om uwentwil lijdt, om u voor eeuwig tebezitten? Mijn God, zal dan de zaligheid te duur gekocht zijn,wanneer men eeuwig Uwe aanschouwing genieten zal, nadat men hierbeneden zich ootmoedig Uwen weg gevallen laat en hardebeproevingen verdraagt? Sla toe, Heere! brandt, snijdt zoveel hetU goeddunkt, verzeker mij slechts van Uw genade en neem mij opUwen tijd op in Uwe eeuwige woningen.

De weg die Jezus ging, betreden alle vromen,
Welkom dus ieder kruis, dat eens wordt afgenomen.
In' of uitwendig, groot of klein,
Mijn Jezus zal mijn Helper zijn.

 

De ziel diezich geheel aan de Heere overgeeft, draagt haar kruis met liefde

O zalig lot! voor God, die men bemint, te lijden,

Dan wordt het lijden zelf de bron van groot verblijden.

Vurige liefde

Gij hebt mijne tranen in vreugde veranderd en mij metblijdschap en moed vervuld.

Psalm 126:5.

Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien.

De Heere spreekt:

Mijn zoon" denk niet te veel aan de hemel en zijnevoortreffelijkheden, maar vergeet uw lijden en uwe vreugde,vergeet uw arbeid en uwe moeite, ook alle aardse levensvreugde,maar laat dat steeds uwe vreugde uitmaken om tot Mijne eer televen. O, hoe welgevallig is Mij de ziel die zich geheel aan Mijovergeeft, en zich zelve afgestorven, in haar lijden slechts derliefde gedenkt, waardoor zij zich geheel aan Mijnen wil overgeeften zich gedraagt naar Mijn welbehagen en alles dragen wil wat aanhare heiligmaking kan bevorderlijk zijn. Een blik van Mij is haarmeer waard, dan alle vreugde en werelds genot. De liefde heefthaar zo veroverd, dat ze voor het vlijmen der smart onvatbaar is.Zij zegt tot zich zelve, evenals Mijn getrouwe Apostel Paulusgesproken heeft: Ik ben verzekerd dat niets mij scheiden kan vande liefde Gods die daar is in Christus Jezus.

Gij behoort Mij, gij zijt Mijn eigendom. en Ik maak van ualles wat Ik wil en breng u daarheen, waarvoor Ik u bestemd heb.

De ziel spreekt:

Och lieve Heere! wanneer zal ik, evenals al Uw getrouwebelijders uitroepen: ach Heere! ik ben de Uwe en gij zijt demijne! Wanneer zal ik onder smaad en smart mij in mijneverlossing verblijden kunnen en in Uwe onwankelbare liefde entrouw en in de zaligheid die Gij mij na dit leven beloofd heb?Wanneer zal ik in U, gekruiste Heiland, en Gij in mij leven? 0mijn Jezus! mijne liefde! wil mij lieven en in mij leven!

In de beginne was het Woord,
Dat Woord bracht alles, alles voort,
Door Hem werd 't al geschapen.
Gij zijt het einde en begin,
Kom Heere! tot mij zondaar in,
'k Ben een van Uwe schapen.
Gij, Heer'!
Niets meer,
Gij alleen,
Zijt die 'k mene;
In de noden
Komt mijn ziel tot U gevloden.

Gij zijt de grond der zaligheid,
Eer 's werelds grondslag was geleid
Ben ik in U verkoren.
Geprezen zij des Vaders raad
Dien Gij u welgevallen laat,
Wanneer ik ben herboren.
Trek Heer'!
Nog meer,
Door Uw banden
Dat mijn handen
Onderschrijven:
Trouw tot in de dood te blijven.

Gij, God en mens! het enig Al,
Die is, Die was en wezen zal,
Gij zult haast wederkomen;
Kom haastig Heere Amen kom!
Vertoef niet Heere Kom, ai kom!
Zo roepen alle vromen.
Raad! Kracht!
Almacht! Grote helper!
Tranenstelper!
Kom nu Heere!
Dat is al wat ik begere!