13. Waaraan men verzekerde christenen kan kennen

Vraag: Waaraan kan men zulke bevestigde christenen kennen en hoe behoren zij te zijn?

Antwoord: Deze verzekerden zijn krachtig in het strijden als helden van Efraïm. Zij moeten strijden tot verheerlijking van God, tot uitbreiding en opbouw van het Koninkrijk van de Heere Jezus, want naar de man is, zo is zijn kracht.

Zij gaan hun weg met blijdschap in een goede, evangelische, heilige wandel. Zij worden wel genoemd: het paard zijner Majesteit in de strijd. Zij lopen het pad van Gods geboden, als hun hart verwijd is geworden.

Zij worden dikwijls door de Heere op zware posten geroepen. Daarvoor hebben zij Gods genade, die zij boven anderen hebben ontvangen, wel nodig. Met het verkregen licht moeten zij de duisternis doorwandelen. De Heere is hun sterkte en kracht in de strijd des levens.

Vraag: Zijn die verzekerden nu alles te boven en hebben zij nergens mee te strijden?

Antwoord: De zwakheid van het geloof zijn zij te boven, maar zij moeten strijden tegen de pijlen van satan en goddeloze gedachten. Deze gedachten gaan zelfs over God en Zijn zalige dienst, over allerlei aardse dingen en zondige begeerlijkheden.

Zij hebben de strijd tegen de inwendige zonde, die na hun verzekering nog krachtig in hen kan woelen.

Zij hebben te kampen met bittere ervaringen en droevige omstandigheden in hun familie, in hun huisgezin, in hun beroep en in andere dingen.

Zij gaan gebukt onder de oordelen over land en kerk. Zij worden beproefd en gekastijd zoals andere mensen. Het is hier geen land der rust voor Gods volk.

Dikwijls neemt de Heere deze mensen vroeg weg. Dan zijn zij alles te boven en zijn vroeg in de hemel, in de rust die er overblijft voor Gods volk. Als zij Gods raad hebben uitgediend, neemt de Heere hen op in Zijn heerlijkheid.

Vraag: Blijven alle verzekerden in die verzekering zolang zij leven?

Antwoord: Neen, die dit jaar een verzekerde is, kan het volgend jaar wel een gekrookt riet zijn: "Ik zei in mijn voorspoed: ik zal niet wankelen in eeuwigheid, want, Heere, Gij had mijn berg door Uw goedgunstigheid vastgezet; maar toen Gij Uw aangezicht verbergdet, werd ik verschrikt."

Sommigen vallen na de verzekering wel eens in zware zonden, zoals David. Ik heb een vroom man uit Holland gesproken, die lang in verzekering had geleefd en daarna in zware zonden viel. Hij raakte door die zonde in verschrikkelijke duisternis: "Die meent te staan, zie toe, dat hij niet valle."

Anderen worden benauwd door aanvechtingen van satan en door de kracht van het ongeloof. Door de listen van de duivel kan iemand in grote zielsbenauwdheid komen en van zeer veel troost worden beroofd. Maar zij die bevestigd zijn in hun staat, raken niet gauw hun verzekering kwijt, of zij zouden in zware zonden moeten vallen of ver van God afwijken, waarvoor de Heere ons genadig moge behoeden. Velen leven wel twintig, dertig jaar in verzekering en gaan zo naar de hemel.