Vier verhandelingen bij het bedienen van tafels
U hebt het contract gehoord. En het ligt nu op de tafel. Zult u het onderschrijven? Nu, ik zou graag weten of u deze morgen bezig bent geweest met het sluiten van de overeenkomst. Zou ik getuige geweest zijn van uw morgen oefening, wat zou ik dan zeggen? Ik geloof dat ik zou zeggen van verschillenden, dat ze nooit een gedachte aan het verbond gehad hebben. Ik zou zeggen van anderen, dat ze nooit zichzelf schuldig zagen aan de breuk van het verbond der werken. Ik zou zeggen van een derde soort, dat ze tijd gehad hebben om te ondertekenen, maar niet totdat ze hun eigen testament moeten ondertekenen; niet totdat ze gaan sterven. Ik zou zeggen van een vierde soort, dat ze de pen in hun hand namen, en dat ze merkten dat ze geen kracht hadden om het uit te voeren, en dat ze de pen wegslingerden. Maar ik hoop dat ik kan zeggen van een ander soort, dat ze in verbond met Christus gekomen zijn, en hun toestemming hebben gegeven aan de overeenkomst. En als ze moesten sterven op die plaats, dan kunnen ze zeggen dat ze oprecht waren. O vertrouw het verbond en Christus. Mist u een juiste gesteldheid? Mist u een geneigdheid? Kijk naar het verbond, pleit op het verbond. Onwetendheid van het verbond maakt dat personen zoveel twijfels hebben, en zoveel bezwaren. Als een mens een recht gezicht ervan had, dan kon hij al deze twijfels beantwoorden. Nu, u die het verbond sluit, of het verbond gesloten hebt, ik geef u het Avondmaal. De Heere Jezus, in den nacht, in welken Hij verraden werd, nam het brood, enzovoorts.
Let er nu op hoe dat u onderschrijft. Kijk daar naar. Als uw ondertekening nu niet leesbaar geschreven wordt, dan kan het veel minder duidelijk zijn in de dag van verzoeking, en in de dag van de dood. Let erop dat het hartelijk is. De mens zegt: God verheugt Zich over mij, en sluit een verbond met mij, met heel Zijn hart en ziel. Ik zal me verheugen in Hem, met heel mijn hart en ziel. Let erop dat het ingetogen verbond maken is. Sluit een verbond met Hem voor het kruis, evengoed als voor de kroon, door met Hem te gaan naar Golgotha terwijl u in zwijm valt onder het kruis, evengoed als met Hem te rijden naar Jeruzalem in triumf. Sluit een verbond met Hem, wanneer de mensen roepen: kruis Hem, evengoed als wanneer ze met "Hosanna" roepen tot de Zoon van David. Sluit helemaal een verbond met Hem. Wat is dat? Laat het geheel van u gebracht worden in het verbond, en er door bezet zijn. Job bracht zijn ogen onder het verbond. Inderdaad, zegt hij, ik bind ze goed vast. Ik heb een verbond gemaakt met mijn ogen, dat ik niet naar een maagd zal kijken. Maak een verbond met uw ogen, dat ze geen spiegels zullen zijn tot inwendig bederf, dat u nooit meer naar afgoden zult kijken. Maak een verbond met uw mond, om nooit meer te zweren. Maar een verbond met uw handen om nooit meer verkeerde dingen te doen. Maar een verbond met uw voeten, om nooit meer een zwarte weg te lopen. O bindt het geheel van de mens aan de hoornen van het altaar. Om wat te zien kwam u er vandaag aan? Om wat te doen kwam u er aan? Kwam u om de dood van Christus te verkondigen? Kwam u om een uitvoering te zien? Kwam u om de zware, bloedige tragedie te zien, die inwerkte op de ziel van een onschuldige Christus? Wat, zult u dit verbond herdenken? Zult u Zijn dood en lijden niet herdenken? Hoe zullen we die herdenken, zegt u? Ik zal het u zeggen. Herdenk ze eerbiedig. Kom met een heilige beving, met enorme indrukken van de schrikkelijke Majesteit van God. Ik zeg u, heren, te dichter mensen bij Gods altaar zijn, te heviger brandt het vuur van wraak. Als een Nadab en Abihu dicht bij het altaar kwamen op een wereldse manier, dan zullen ze er voor betalen. Hoe dichter bij Gods altaar, hoe meer de wereldsen en oneerbiedigen verteerd zullen worden. Kom met eerbiedigheid. De plaats waar u zit in heilige grond. Deze tafel is een heilige tafel. Eerbiedigheid is heiligheid. Zie de Vader, Die Zijn Eigen Zoon, Die Hem diende, niet spaart. Het is veel voor een man om zijn zoon verbrijzeld te zien, maar om het zelf te doen, en om het met genoegen te doen, dat is verbazend. Het vervult alle geschiedkundigen met verwondering, dat Brutus bevel gaf om zijn eigen twee zonen te vellen, omdat ze de tirannen van Rome begunstigd hadden. Hij stond op de rechterstoel totdat hij zijn beide zonen geëxecuteerd zag. Òf dat kwam van onnatuurlijkheid, òf van ambitie om een consul te zijn, òf van een heldhaftige rechtschapenheid, en een maatschappelijke geest. God de Vader verkreeg evenveel heerlijkheid en eer door de dood van Christus, als ooit ontering door de zonden van al de uitverkorenen. Zodat Hij blij was met dit offer. Het behaagde den Heere Hem te verbrijzelen. Het verbrijzelde dode lichaam van Christus geurde goed in de neus van God. Kijk daarnaar met eerbied. Als God zo met Zijn Zoon deed, Die Hem nooit beledigde, wat zal Hij doen met de verraders? Kijk verder, met een diepe eerbiedigheid, naar Zijn rechtvaardigheid. Rechtvaardigheid wordt tentoongespreid in de grootste mate. Hier gaf de rechtvaardigheid slag op slag aan Christus, wond op wond. En roepen als Christus kon, "Houdt Uw hand terug, Vader, spaar, neem deze beker weg", Hij zou nooit rusten, totdat Hij volle genoegdoening kreeg. "Zult u er niets afdoen?" "Nee, geen duit, Zoon. De beker drukte neer met miljoenen talenten gewicht van toorn, neergedrukt, samen geschud, opgehoopt, en overlopend. U zult elke druppel daarvan drinken." Heb ontzag voor die rechtvaardigheid. Diep ontzag is uw plicht. Barmhartigheid roept: o spaar een Zoon! Nee, helemaal niet, zegt de rechtvaardigheid. Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft. Ga in vrede, en moge de Heere Zelf met u zijn.
MET welke gesteldheden komt u om het verbond te ondertekenen? Komt u met een gebroken hart, en een bevende hand? Zie op Hem, Die u doorstoken hebt, en bedrijf rouw. Zie op Hem, Die u doorstoken hebt, en keer terug. Zie op Hem, Die u doorstoken hebt, en bedrijf rouw, en verbeter. Zal er een hoog vloedgetij zijn van het bloed van Christus; zal er een oceaan van bloed zijn, en niet één vallende traan onder u? Zult u slechts overwegen dat al de striemen, die aan de Zoon van God gegeven werden, allemaal werden gegeven voor u? Ik verzeker u, toen de zoon van Zaleucus zag dat zijn vader een van zijn ogen uitstak in zijn plaats, dat het hem aangreep. Al de striemen die rechtvaardigheid gaf aan uw oudere Broeder, behoorden op u neergekomen te zijn. Deze vergiftige pijlen moesten u doorstoken hebben. Zult u komen, en even gebroken zijn alsof u elke druppel bloed dat viel, kon tellen, alsof u het steunen zelf van een stervende Christus had gehoord. Zult u komen met een haat tegen de zonde. Haat dat vervloekte ding, dat moordende ding, dat de Heere der heerlijkheid doodde. Uw zonden waren de Judas die Hem verraadde, de partij die Hem in hechtenis nam, de Pilatus die Hem veroordeelde, de Romeinen die Hem kruisigden, de Joden die Hem beschuldigden. En als u met haat tegen de zonde komt, met besluiten daartegen, geef ik u de zegels van het verbond.
Wat denkt u van het verbond, gelovigen? Is uw achting ervan toenemend? Zet u er een hoge waarde op? Zou u er uw zaligheid aan toevertrouwen? De bodem is stevig en stabiel, u kunt het helemaal wagen. U staat niet op uw eigen benen. De Middelaar is onder verbintenis en vermaning voor u tot de Vader. O, dat is goed. Is het geen volmaakt verbond. De Heere is de Rotssteen, Wiens werk volkomen is. Wanneer God van plan is te werken, Zijn werk is altijd volmaakt. De schepping is volmaakt. Hij maakte geen halve zon, en ook geen halve maan, of een halve ster. Hij maakte een compleet heelal. Zijn werk is volmaakt. Er is een volmaaktheid die meer uitmuntend schijnt in dit verbond, dan in al Zijn werken. Er is een volmaaktheid van uitstekendheid. In alle volmaaktheid heb ik een einde gezien; maar David heeft één volmaaktheid die hij uitzondert: maar Uw gebod is zeer wijd. "Ik heb nooit de grenzen van die volmaaktheid kunnen zien. Ik heb onderzocht en opnieuw onderzocht, en ik was verzwolgen in de gedachten daarvan. O, de lengte, o, de breedte, die ik nooit te weten kon komen." Ik zal het u vertellen, heren, er is een volmaaktheid van voorzieningen in dit verbond. Elk ding dat u nodig hebt, is hier. Een volmaaktheid van voorzieningen. Er is een viervoudige algemene clausule in één vers: Ik zeg, zegt hij, dat God machtig is alle genade te doen overvloedig zijn in u; opdat gij in alles te allen tijd, alle genoegzaamheid moogt hebben. Wat zou u meer willen hebben? Alle genade, alle overvloed, alle dingen, alle genoegzaamheid, altijd alle genoegzaamheid. O! Een volmaakt verbond wat de voorzieningen aangaat. En dan volmaakt wat betreft de compleetheid. Dat is te zeggen, niets kan toegevoegd worden, niets kan er vanaf genomen worden. Deze zesduizend jaren zijn de engelen bezig geweest om erin te zien, en om te onderzoeken om het te kennen, en ze konden er nooit een gebrek in vinden, en zullen het ook niet in eeuwigheid. Een volmaakt verbond, wel geordineerd in alle dingen, en bewaard; een zekere overeenkomst. Zie Eljakim, (een type van Christus), Ik zal hem een nagel maken, ingeslagen in een vaste plaats. Hij vergelijkt een vleesgeworden God met een nagel. De Romeinen maakt er veel werk van om een nagel vast te maken in de burcht. Wanneer ze onder enige plaag waren, of duidelijk gevaar van hun vijanden, dan richtten ze een burcht op, en maakten er een nagel in vast. Ik zal hem een nagel maken, ingeslagen in een vaste plaats. Deze spijker is vastgenageld, als we zo mogen spreken, door de eeuwige liefde en besluit van God, door de onoverwinnelijke armen van God, die heel de wereld nooit los kan maken, en ook nooit buigen: een nagel in een vaste plaats. Al de verbondmakers in Edinburgh vandaag, al de verbondmakers in de wereld hebben hun zaligheid hangen op deze nagel. En het zal nooit zwichten of breken. Het is steviger bevestigd dan de pilaren van hemel en aarde. Het is een zekere nagel. Moge de Heere Zelf u zegenen.
DIT verbod wordt een heilig verbond genoemd. Zijn Woord is heilig, Zijn werken heilig, Zijn volk heilig. Maar heiligheid, in zijn helderste stralen, schiet hier tevoorschijn. En hoe ongepast zou het zijn dat God in verbond kwam met onheilige zondaars, mensen van wie de harten de zonde niet verstoten? O! Pas op voor het veranderen van het huis van het feestmaal in een galg. Pas op dat u, in plaats van gasten te zijn, niet de Heere der heerlijkheid vermoordt. Hij gedenkt aan Zijn heilig verbond. En wanneer Hij Zijn verbond beëdigt, dan zweert Hij bij Zijn heiligheid. Ik heb eens gezworen bij Mijn heiligheid: Zo Ik aan David liege! Dit verbond is een persoonlijk verbond. Ik bedoel niet uw geschreven verbonden in uw koffers, hoewel u nooit een gevoel van zonde had. Het is een daad van geloof, die uitgaat naar het hele ontwerp van de verlossing, een gehele berusting van de ziel in die gezegende overeenkomst. Het is niet het uitwendig maken van het verbond in de doop. Dat zou gedaan kunnen worden zonder een daad van geloof. Ook is het niet een sluiten van het verbond met een zichtbare kerk. Hij heeft mij een eeuwig verbond gesteld. Met mij en met u, wanneer we een hartelijke goedkeuring ervan vinden, en een volledig genoegen vinden in het gezegende middel van zaligheid door een stervende Jezus.
Dit verbond is volledig en bevredigend. Het beantwoordt alle twijfelingen, doet alle vrezen weg, en weerstaat alle verzoekingen, overwint alle moeilijkheden, onderwerpt alle vijanden, dood al het verderf. Het is een bevredigend verbond. Dit is Davids alles. Voorzeker is daarin al mijn heil, en alle lust. Nu, wilt u volledige bevrediging hebben? Neem de zegels, en Christus met ze, met heel uw hart.
Hebt u geen voorstellen in te sturen, geen verzoeken of smeekbedes te doen aan God, wanneer u aan deze tafel bent? Zult u een smeekbede inleveren voor uw gezin, dat God hun God mag zijn? Zend een voorstel in voor de arme stad van Edinburgh, dat God het niet zal verteren wegens hun zondigheid. Zend een voorstel in voor een behoeftige, noodlijdende natie, een verarmde zondige natie. Zend een verzoek in voor alle rangen, in het bijzonder voor personen in de hogere sferen, dat God op hen mag schijnen, en dat zij hun vriendelijke invloeden op ons mogen uitstralen; dat allen, in hun hoedanigheden God mogen eren. Zend een verzoek in voor iedereen van uw arme vrienden. God doet Zijn handen open om verzoeken te ontvangen, en Hij zegt: "Zult u Mijn handen niet vullen? Zult u niet uw verzoeken inzenden? Ik verzeker u, u zult verhoord worden." Schrijf een rekening uit op uw oudere Broeder, en Hij zal het verantwoorden. Hebt u geen kwalen? Hebt u geen klachten over uzelf? Dat is een zoet woord: en er kwamen blinden en kreupelen tot Hem. En alle soorten van mensen met kwalen kwamen samenstromen rondom Christus. Het leek alsof de helft van Judea een ziekenhuis was. Wel, wel, ze konden nooit meer gunstig gekozen, meer tijdig ziek geweest zijn, en onwel; want de Dokter was in de buurt. Gingen ze lam en blind weg? Nee, nee, er was een verandering: Hij genas dezelve. O, dat we dit konden zeggen van de Avondmaalgangers in de Tolbooth kerk. Deze man kwam blind, en God zond hem ziende weg. Die vrouw kwam lam, en God zond haar wandelend weg. Deze persoon kwam met een hard hart, en zo gauw als het bloed van Christus haar aanraakte, werd haar hart versmolten. Deze man kwam met een afgod in zijn boezem, en alle engelen in de hemel konden tevoren niet maken dat hij ervan zou scheiden. En toen hij de beker in zijn hand kreeg, gooide hij de afgod met afkeer weg, en zei: "Ik zal er nooit meer iets mee te doen hebben". Dit is niet alleen voedsel, maar medicijn; een algemeen medicijn; goedgekeurd door de Vader, en met zesduizend jaar ervaring; niet alleen voedsel, maar een geneesmiddel. David, nadat hij tot de troon gekomen was, deed een proclamatie uitgaan dat, als er iemand van het huis van Jonathan nog levend was, aan wie hij weldadigheid kon betonen, dat ze tot hem mochten komen. En ze vertellen hem: mijnheer, uw proclamatie zal geen groot effect hebben. Er is niemand in leven dan een arme invalide jongen, een Mefiboseth. Ja, zegt hij, het zij zo, maar als hij van het huis van Jonathan is, invalide of blind, dan zal hij aan mijn tafel zitten. Gelovigen, roep uit: wij zijn een ziekenhuis van ziekten, we zijn dwaas, invalide en blind. Ja; maar Christus zegt: "zondig als u bent, dwaas als u bent, invalide als u bent, u zult aan Mijn tafel zitten."
Moge God u helpen om te volbrengen wat u zich verplicht hebt aan de Heere om te doen.
AVONDMAALSGANGERS, het is uw plicht, voorrecht en belang, om dat verbond met Hem, dat u deze dag ondertekend hebt, te bepleiten en uit te breiden. Bepleit het, houdt het omhoog tot Hem, als u zwakheden hebt, als u onder verlating bent, als de gewapende legioenen van de hel zich opgesteld hebben tegen u. Houdt het verbond omhoog tot God. Breng de armband, het zegel en de staf tevoorschijn, en vraag Hem: aan wie behoren deze dingen? Zeg tot God, wanneer Hij boos is op u, dat u woede verdient; belijd alles; rechtvaardig Zijn werkwijze. Maar vertel Hem eveneens: er is een verbond, Uw hand is erop, en mijn hand is erop. En Heere, U zult uw ondertekening niet ontkennen, Uw eed, en Uw zegel. O! Wat een troostvol leven zouden we kunnen hebben, als we konden pleiten op het verbond in alle omstandigheden.
Ik zou willen dat u uw eigen verplichting toegaf voor de wereld: deze zal zeggen: Ik ben des Heeren; en gene zal met zijn hand schrijven.
Het is een zeer zoet woord van de auteur aan de Hebreeën: God schaamt Zich hunner niet, om hun God genaamd te worden. Er zijn, en er zijn geweest, vele schandelijke verbonden in de wereld. De Romeinen stonden zozeer op hun eer, dat wanneer iemand van hun consuls of generaals een schandelijk verbond maakte, ze de verbondmakers terug stuurden naar de vijand, om ze uit de weg te ruimen, en zeiden dat ze de verplichting niet zouden houden. Zal God een verbond maken met een stel rebellen? Welke eer zal Hij hebben? Zal Hij niet beschaamd zijn? Nee, Hij zal niet beschaamd zijn. Hij zal het toegeven voor allen, in alle plaatsen, in alle tijden, voor heel de schepping. Hij zal toegeven dat Hij een God is Die in verbond is met een handvol arme zondaren. Hij schaamt Zich niet, om hun God genaamd te worden. En zult u zich schamen voor Hem, of het verbond?
Blijf standvastig in het verbond. U ondertekent uw dienstverband vandaag. Heel uw wandel hierna is slechts een trouw blijven in Zijn dienst. U hebt de huwelijksovereenkomst ondertekend. God, engelen, mensen, en duivels, zullen zien wat voor verloofden u blijkt te zijn. Zult u kuis zijn? Zult u trouw zijn? Zult u de echtelijke liefde voor Hem behouden? Of zult u mededingers in Zijn bed toelaten, in uw hart en genegenheden? God verhoede! Het wordt gezegd van Israël, zij waren niet getrouw in Zijn verbond. Ik vrees buitengewoon dat velen zo zullen doen. Sommigen van u zullen er zich niet goed mee bezig houden. En u kunt het nooit, zult het nooit houden. De Geest van God noemt het aangaan van een verbond: komen in de vloek. Ik zal u twee Schriftplaatsen geven om het te bewijzen, door de twee met elkaar te vergelijken. Kijk naar Nehemia 9:38, en hoofdstuk 10:29. Vergelijk die twee. Neh. 9:38. En in dit alles maken wij een vast verbond en schrijven het; en onze vorsten, onze Levieten en onze priesteren zullen het verzegelen. En in Neh. 10:29, zie hoe het wordt uitgedrukt. Die hielden zich aan hun broederen, hun voortreffelijken, en kwamen in den vloek en in den eed, dat zij zouden wandelen in de wet Gods. Kwamen in een vloek! Helaas, bent u daar? U sprak van zegeningen vandaag, van de zoete eigenschappen van het verbond, om ons te verplichten, en van een Middelaar. En hoe zegt u ons nu, dat we in een vloek komen? Gelovigen zullen de vloek niet oplopen. Maar belijders die het verbond met de hel en de dood niet willen verbreken, die een valse ondertekening maken, en van wie de harten niet oprecht zijn in het verzegelen van het verbond; elke keer dat u de wezenlijke artikelen verbreekt, en afstand doet van God, en zegt: welkom, afgoden, u bent weer welkom thuis, welkom dronken bekers, welkom hoeren, deze paar dagen is onze ziel uitgedroogd door erbarmelijk Manna, welkom weer bloedige eed. Ik zeg u, u die zo zijn, u komt in een vloek, een zware vloek. Het is de vloek van het Lam, dat zwaarder is dan de vloek van de Vader. Het verbreken van het verbond der genade brengt een dubbele vloek naar beneden. Kijk er naar. Jehizkia zegt tot zijn mensen: nu hebt gij uw handen den Heere gevuld. Handen gevuld, gewijd! Niet alleen waren de elementen gewijd, maar al de Avondmaalsgangers waren gewijd. U weet wat wijding is. Het is het inzegenen van een ding tot een heilig gebruik, om alleen, enkel, geheel, eeuwig oor God te zijn, en voor Zijn dienst. U weet hoe Salomo de tempel van Jeruzalem inwijdde. Zult u slechts bij zichzelf denken: wat zou het zijn als Salomo, direct na de inwijding en het profetische gebed, en nadat God zitting had genomen door een heldere wolk van heerlijkheid, gezegd had: "Breng een troep zwijnen in de tempel"? Wat een vervloekt ding zou dit geweest zijn? Een zonde van de grootste kwaadwilligheid en onverklaarbare dwaasheid, en dat brandende verontwaardiging op hemzelf en zijn volk gebracht zou hebben. Ik zeg u, u bent vandaag gewijd, zowel uw ziel als uw lichaam, om een tempel voor God te zijn. Wijding door het lichaam en bloed van God, is duizendmaal meer heilig. En als u die ziel en dat lichaam aan de duivel geeft, opnieuw aan lusten en zonde, dan brengt u een troep zwijnen in; u brengt de hel in de gewijde tempel. Overweeg uw gevaar. U die iets gekregen hebt van God, o, wees dankbaar. Zat u aan de tafel van de Koning, nam Hij u op Zijn koets, en was u toegelaten om te wandelen in de galerijen, en gaf de nardus een reuk, waren alle genaden levendig, en had Christus één hand onder uw hoofd, en omhelsde Hij u met de andere? En kunt u zeggen: laat mij nu heengaan in vrede, en, als het Uw wil is, laat de vallei van het gezicht, laat de Avondmaalstafel mijn grafsteen zijn, ik zou hier kunnen sterven? O, wees dankbaar als het zo is.